gemeente Breda
bij bijl. nr. 91
De raad der gemeente Breda;
overwegende dat voor een tweetal terreinen respectievelijk
gelegen hoek Ruitersboslaan - Montenspark en Ruitersboslaan
- Montenspark (achter de woonbebouwing) Montensbos - Beet-
hovenlaan een bouwplan voor en bouwmassa in vijf wooneenheden
alsmede een drietal eengezinswoningen is ontwikkeld;
dat voor de realisering van dit bouwplan een partiële herzie
ning van het bestemmingsplan Ruitersbos 1972 nodig is;
dat voor aanpassing aan de huidige situatie van het terrein-
gedeelte gelegen op de hoek van de Mozartlaan - Willem van
Oranjelaan - Ravellaan eveneens een aanpassing van genoemd
bestemmingsplan nodig is;
dat het ontwerp van deze partiële herziening met ingang van
27 mei 1980 gedurende een maand ter inzage heeft gelegen;
dat bezwaren zijn ingekomen van:
1. de heer H. Crijns, Montenspark 1, Breda;
2. de heer A. Kunst, Ruitersboslaan 33, Breda;
3. de heer M. Rnbaart, Montenspark 4, Breda;
4. de heer B. Mastboom, Montenspark 2 bis, Breda, mede namens
mevrouw M. Mastboom-Kerssen en 0. Kerssen-Lam;
5. de heer C. Beljaars, Montenspark 6, Breda;
6. de heer C. Hitters, Montenspark 4 bis, Breda, mede namens
de heren R. van Rappard, L. Rollé, Chr. Hitters, mevrouw
Mastboom-Kerssen en mevrouw I. Hitters-Dielissen
7. de bewoners van de panden Montensbos 16-18-20-24-25-27-
29-31-35-39-41-45-47-49-51-55-57-59-61 en 63;
8. de heer T. Houtman, Sophiastraat 28, Breda, als gemachtigde
van de heer R. Sprangers, Beethovenlaan 19 te Breda.
dat na de tervisie1 egging van het ontwerp van de partiële her
ziening de voorschriften en de tekening op een aantal punten
zijn gewijzigd zoals nader aangegeven in het voorstel van
burgemeester en wethouders;
dat de bezwaarmakers in hun bezwaarschriften ontvankelijk
zijn
dat de bezwaren van appellanten om in het voorstel van burge
meester en wethouders vermelde redenen gedeeltelijk gegrond
en gedeeltelijk ongegrond zijn;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;