bij bijl.nr.96 - 6 - 5. Tenzij andere belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt aan de ambtenaar die door de vereniging van ambtenaren waarvan hij lid is, is aangewezen als lid van de commissie als bedoeld in artikel A 5, lid 1 buitengewoon verlof met behoud van het genot van zijn bezoldiging verleend voor het bijwonen van de vergaderingen van die commissie, alsmede voor één voorvergadering per uitgeschreven commissievergade ring. Hetgeen ten aanzien van de voorvergadering is bepaald, geldt eveneens voor de ambtenaar die door de vereniging van ambtenaren waarvan hij lid is, is aangewezen als plaatsver vangend lid van de commissie bedoeld in artikel A 5, lid 1. 6. Tenzij andere belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt aan de ambtenaar die is aangewezen, onderscheidenlijk is verkozen tot lid van een commissie als bedoeld in artikel A 5, lid 3, buitengewoon verlof met behoud van het genot van zijn bezoldiging verleend voor het bijwonen van de ver gaderingen van die commissie, alsmede voor één voorvergade ring per uitgeschreven commissievergadering. 7. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van dit artikel nadere regelen vaststellen". III. 1. Het algemeen ambtenarenreglement wijzigen als volgt: Artikel H 12a, lid 1 Achter de woorden "Algemeen burgerlijke pensioenwet" wordt een punt geplaatst en de verdere tekst van dit artikellid, begin nende met de woorden "dan wel" en eindigende met "arbeidsonge schiktheidsverzekering" te schrappen. Artikel H 12a, lid 3 Na het gestelde onder b. wordt het volgende toegevoegd: "c. de tijd doorgebracht als beroepsmilitair of als reservist onbepaald verband in de zin van de Algemene militaire pensioen wet (stb. 1966, nr. 445) en de als zodanig met recht op wachtgeld doorgebrachte tijd; d. de tijd doorgebracht als deelgenoot in de zin van de Spoor wegpensioenwet (stb. 1967, nr. 138), alsmede al dan niet geheel vervulde drempeltijd, als bedoeld in artikel B 4 van die wet, zoals dat artikel luidde voor de wijziging bij de wet van 11 april 1979, stb. 304; e. de diensttijd door de ambtenaar doorgebracht in een betrek king, waarin hij krachtens artikel B 3 van de Spoorwegpen sioenwet, juncto artikel 2 van de beschikking van de minister van binnenlandse zaken van 3 maart 1967, nummer AW 67/U 276 (Ned. Staatscourant 1967, nummer 50), geen deelgenoot was in de zin van de Spoorwegpensioenwet" 2. De Uitkeringsverordening vrijwillig vervroegd uittreden te wijzigen als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 532