aan de raad der
gemeente Breda
20-1-1981
P/78327
Bijlage nummer
98
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot wijziging van
de Uitkeringsverordening
vrijwillig vervroegd uit
treden (UWU)
De uitkeringsverordening vrijwillig vervroegd uittreden is door
Uw raad vastgesteld in de vergadering van 15 november 1979.
Bij de vaststelling van deze verordening is het model-ontwerp
van het Centraal Orgaan uitgangspunt geweest welke model-veror
dening weer was gebaseerd op de Rijksregeling.
In de Rijksregeling is het begrip bezoldiging uitgebreid met
de overgangstoelage die bij wegvallen c.q. verminderen van de
toelage voor onregelmatige dienst wordt toegekend.
Het Centraal Orgaan gaf-bij haar model-ontwerp in overweging,
om indien de gemeente een dergelijke overgangstoelage kent,
deze eveneens onder het begrip bezoldiging te brengen.
Door Uw raad is vastgesteld de verordening op de afbouwrege
ling toelagen.
Gezien de suggestie van het Centraal Orgaan is een toelage in
gevolge deze afbouwregeling in artikel 2, lid 1 letter b. van
de UWU onder het begrip bezoldiging gebracht zodat een uitke
ring ingevolge de UWU eveneens over een toelage ingevolge de
afbouwregeling wordt berekend.
De Bredase afbouwregeling toelagen heeft betrekking op alle
toelagen ingevolge de algemene bezoldigingsverordening terwijl
de afbouwregeling van het rijk zich beperkt tot de toelage voor
onregelmatige dienst.
Blijkens brief van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van
11 november 1980, nummer 13.330 acht de minister van binnenlandse
zaken deze uitbreiding van het begrip bezoldiging niet toelaat
baar