2 bijl.nr. 98 Bij niet voldoen aan de wens van de minister kan deze, op grond van artikel 126 van de ambtenarenwet, de raad van state gehoord de gemeente formeel verzoeken de verordening overeenkomstig zijn wensen aan te passen en bij blijvende weigering van de gemeente zelf tot wijziging overgaan. Gegeven de situatie dat rechtspositioneel aanspraak bestaat op een toelage op grond van de afbouwregeling is het niet mee nemen van een dergelijke aanspraak in de uitkeringsverordening vrijwillig vervroegd uittreden niet consequent. Gezien het hier bovengestelde wordt tegemoetkomen aan de wens van de minister echter onontkoombaar geacht. Voor ambtenaren die tot nu toe van de UWU gebruik hebben ge maakt, heeft de wijziging van de betreffende bepaling geen ge volgen daar geen van hen een toelage op grond van de afbouw regeling genoot. Overeenkomstig bijgaand concept-besluit ware aan het verzoek van gedeputeerde staten gevolg te geven. Wel ware de minister te berichten dat het gemeentebestuur van Breda het niet eens is met de opvatting van de minister dat voor de uitkeringsverordening vrijwillig vervroegd uittreden een toegekende toelage op grond van de afbouwregeling moet wor den beperkt tot een afbouw van een toelage voor onregelmatige dienst Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie personeelszaken. Burgemeester en wethouders van Breda Merkx burgemeester Van den Dam secretar is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 538