aan de raad der
gemeente Breda
17-2-1981
St/80743 t/m 80745
Bijlage nummer
102
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot het ongegrond
verklaren van bezwaarschrif
ten ex art. 7, lid 2 van de
Wet arob, ingediend door de
heren J.C.T.G.M. van der
Wielen, S.A.M. van Schendel
en T.A.J. Verster, allen
wonende te Breda, tegen het
voorbereidingsbesluit d.d.
4 december 1980 voor een
drietal terreinen in de
Haagse Beemden.
Op 4 december 1980 heeft Uw raad besloten te verklaren dat een
bestemmingsplan wordt voorbereid (voorbereidingsbesluit) voor
de gebieden: I. ten westen van de Emerparklaan, II. ten noorden
van de Emerput en III. ten noord-oosten van de T-splitsing Binnen-
weg/Merodelaan. Op 9 december is dit voorbereidingsbesluit open
baar bekend gemaakt.
Naar aanleiding van genoemd raadsbesluit en de daarop gevolgde
openbare bekendmaking hebben de heren J.C.T.G.M. van der Wielen,
S.A.M. van Schendel en T.A.J. Verster, allen wonende te Breda,
bezwaarschriften als bedoeld in art. 7, lid 2 van de Wet admini
stratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (Wet arob) inge
diend. Deze bezwaarschriften zijn gedateerd 9 januari 1981 en
ingekomen 12 januari 1981.
De bezwaren richten zich tegen het eerdergenoemd voorbereidings
besluit en met name tegen het gedeelte daarvan, dat is vastge
steld voor het gebied ten noord-oosten van de T-splitsing Binnen-
weg/Merodelaan. De bezwaren zijn speciaal gericht tegen de voor
genomen bebouwing van meer- en eengezinswoningen op dit terrein.
In de vergadering van de commissie ruimtelijke ordening van
26 februari 1981 zijn de heren J.C.T.G.M. van der Wielen,
S.A.M. van Schendel en T.A.J. Verster, voornoemd, in de gele
genheid gesteld hun bezwaren mondeling toe te lichten.
Het proces-verbaal van deze hoorzitting is ter visie gelegd.