bijl.nr. 103
3
7. beschikking komt voor vernietiging in aanmerking
wegens misbruik van bevoegdheden, onduidelijke
motivering, strijdigheid met reële verwachtingen
c.q. opgewekt vertrouwen en is op onaanvaardbare
wijze tot stand gekomen;
8. Wagemakers overweegt op grond van artikel 80 wet
Arob voorzitter afdeling Rechtspraak van de Raad
van State beschikking te laten schorsen;
9. verzoekt bezwaarschrift onmiddellijk in behandeling
te willen nemen, gezien grote belangen die op het
spel staan.
b. Ad inhoud bezwaren.
De bezwaren als hierboven vermeld kunnen als volgt
gegroepeerd worden;
- procedurele (1 en 2)
- juridisch/planologische (3, 6, 7, 8)
- milieutechnische (4 en 5)
- verzoek (9)
Procedurele bezwaren.
Het door de raad op 1 december 1980 genomen voorberei-
dingsbesluit kan niet los worden gezien van het verzoek
van Wagemakers om 'n principe-beslissing van het college
t.a.v. uitbreiding met een poederlakfabriek d.d. 20 mei
1980.
Gezien het feit dat het bestemmingsplan uit 1963 dateerde
en appellante al jaren met de gemeente over verplaatsing
c.q. milieuzaken overleg voerde zonder duidelijke resul
taten te bereiken mocht de gemeente zonder meer van het
middel van het voorbereidingsbesluit gebruik maken. De
aard van de te volgen gedragslijn inzake het nemen van
een voorbereidingsbesluit is zodanig dat het niet gebrui
kelijk is dat men de eigenaren/belanghebbenden van per
celen waarom het gaat van te voren waarschuwt, daar voor-
bereidingsbesluiten veelal een conserverende werking
beogen.
Door de eigenaren/belanghebbenden van te voren te waar
schuwen wordt juist het gevaar opgeroepen de werking
als beoogd met een voorbereidingsbesluit (conserveren)
te frustreren, doordat de eigenaren/belanghebbenden als
nog formeel een bouwvergunning aanvragen.
Van afwachten kan hier geen sprake zijn daar het zoals
hiervoor reeds gesteld een verzoek tot een principe uit
spraak betrof van het college, welke op haar beurt meende
de raad het voorbereidingsbesluit te moeten voorstellen.
Juridische/planologische bezwaren.
Het nemen door de raad van het voorbereidingsbesluit
d.d. 1 december 1980 op grond van de motieven vermeld
in het bijbehorende advies van het college van burgemees
ter en wethouders is een geoorloofde zaak.
In principe betreft het voorbereidingsbesluit een plano
logische maatregel ex wet Ruimtelijke Ordening.
Een en ander verlet niet dat deze maatregel o.a. milieu
aspecten zou kunnen betreffen.