-3-
In dit geheel komen de technische aspecten op het tweede plan. Het feit
dat met een andere dan een traditioneel gebouwde woning wordt gewerkt
is wellicht meer een handicap dan een voordeel. Want dit voegt aan het
experimenteel karakter van -het project een aantal aspecten toe die op
hün beurt toch ook veel aandacht behoeven. Daarom is aan de ontwikkeling
van de "aluminium woning" in overleg tussen de producent en de dienst
openbare werken ook grote zorg besteed.
Doel daarbij was om ondanks het experimenteel karakter en de druk op de
prijs een kwaliteit te bereiken die het afgeven van een "bouwvergunning
zonder ontheffing" mogelijk maakt.
Dit doel is bereikt.
Op grond van de technische aspecten is er dus geen reden om het experi
ment tot de bouw van twee of drie woningen te beperken. Ook de "bewonings
kwaliteiten" van een fabrieksmatig gebouwde kleinere woning in een wat
dichtere verkaveling laten zich niet op een project met twee of drie wo
ningen beoordelen.
Uit hetgeen met betrekking tot de technische ontwikkeling van de woning
naar voren is gebracht zal het U duidelijk zijn dat een dergelijke ont
wikkeling tijdrovend is en ook van de zijde van de bouwer een aanzienlij
ke investering vraagt. Daarom hebben wij er van af gezien om het project
"Aan de Dreef" door verschillende bouwers meerdere woningen in verschil
lende materialen uit te laten werken. De doorbraak om tot de bouw van gro
tere aantallen kleine en goedkope woningen voor lagere inkomensgroepen te
komen ligt in het bestuurlijk en financiële vlak. Is die doorbraak een
maal tot stand gebracht, dan kan ook naar onze overtuiging in technisch
opzicht snel voldoende verscheidenheid in het aanbod worden gebracht. De
bouwwereld zal dan zélf binnen afzienbare tijd voor voldoende keuzemoge
lijkheid zorgen.
Voor alle gemeente woningen, dus ook voor deze, geldt dat zij door het
gemeentelijk woningbedrijf worden verhuurd aan woningzoekenden die door
het CRB worden voorgedragen.
Als hoofdlijn wordt aangehouden dat de toewijzing wordt gericht op de
starters, de "beginnende" huishoudens dus, met een gezinsinkomen tussen
minimum loon en modaal. Daarbij willen wij niet uitsluiten dat ook toe
wijzing plaats kan vinden aan bejaarden, die dan elders in Breda een goe
de en goedkope woning vrij maken. Toewijzing aan gezinnen met kinderen
zou in het uiterste geval kunnen maar de woningen zijn hier in hun opzet
in feite niet voor bedoeld en ook minder geschikt. Zij beschikken slechts
over twee slaapkamers.
Deze beperkte omvang is er de reden van dat wij, zeker bij toewijzing ge
richt op starters, doorstroming verwachten. Bij jonge huishoudens moet
men rekening houden op veranderingen in de gezinssituatie, de inkomens
positie en mogelijke veranderingen in de plaats waar men werkt. Deze door
stroming is dus zoals gesteld een verwachting gebaseerd op door ons rede
lijk geachte veronderstellingen en maakt geen onderdeel uit van een op
"verplicht" verhuizen gericht gemeentelijk beleid. Wij willen dat niet
en in Nederland kan zoiets ook niet.