aan de raad der
gemeente Breda
3-2-1981
St/0/77037
Bijlage nummer
131
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot het verlenen
van een ontheffing van een
verbod tot overbouw van een
perceel grond gelegen aan de
Teteringsedijk
Door Uw raad is d.d. 23 april 1979 besloten aan de 'heer Van
Vlimmeren het hem in erfpacht uitgegeven perceel grond, groot
1476 m2, gelegen aan de Teteringsedijkte verkopen.
Bij de verkoop is uitgegaan van een prijs van 47,20, zijnde
de prijs van kleinbedrijventerrein, vallende in de door Uw raad
vastgestelde grondpool 1978.
Bij deze verkoop was onder meer bepaald: "elk opstal zal in
zijn geheel moeten worden gebouwd op het bij deze verkochte.
Het is verboden de opstal door middel van bebouwing of aanbouw
uit te breiden over andere dan het bij deze verkochte".
Door de heer Van Vlimmeren is het onderhavige perceel grond
aan Albouw B.V. verkocht die op dit stuk grond, alsmede op enige
aangrenzende percelen een aantal stapelwoningen wil realiseren
en intussen praktisch gerealiseerd heeft.
Op het gebied waarin het onderhavige perceel ligt, is geen be
stemmingsplan van toepassing.
Thans verzoekt Albouw B.V. om ontheffing van genoemde bepaling.
Genoemd verbod tot overbouw was bedoeld om ongewenste stede-
bouwkundige ontwikkelingen op het toenmalige bedrijfsterrein
tegen te gaan.
Hoewel woningbouw op deze plaats niet ongewenst is en op grond
van genoemde bepaling weigering naar onze mening niet mogelijk
is, menen wij, dat indien ons college voorkennis van de plannen
tot woningbouw had gehad, zeer zeker nadere voorwaarden zouden
zijn gesteld, als ook een hogere prijs zou zijn gevraagd.
Hierover is gesproken met Albouw, die hierop niet in wilde gaan.