2
bijl. nr. 133
"De toenemende zorg over de vooruitzichten met betrekking tot
de energievoorziening gaven ons aanleiding de voorschriften
in de Model-bouwverordening inzake de warmte-isolatie van ge
bouwen opnieuw te bezien.
Een daartoe strekkend verzoek bereikte ons bovendien van de
minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, die de
verantwoordelijkheid heeft voor een overeenkomstige wijziging
van de Voorschriften en Wenken.
In de circulaire waarbij wij U in kennis stelden van de veer
tiende serie wijzigingen van de Model-bouwverordening, merkten
wij op dat daarbij nog geen rekening kon worden gehouden met
de nieuwe gasinstallatievoorschriften.
In onze circulaire betreffende de achtste serie wijzigingen
merkten wij bij de motivering van de daarin voorgestelde wijzi
gingen van de artikelen 212 en 219 op, dat die bepalingen een
voorlopig karakter hadden en dat ze zouden worden aangepast
wanneer de resultaten van verder onderzoek op dat gebied tot
andere conclusies zouden leiden.
Bovengenoemde omstandigheden vormden de belangrijkste redenen
om een nieuwe wijziging van de Model-bouwverordening aan U voor
te leggen.
In de bij deze circulaire behorende bijlage I hebben wij de
voorstellen tot wijziging van de artikelen van de verordening
opgenomen, in bijlage II de wijzigingen in het bij de verordening
behorende deel Toelichting, en in bijlage III is ten slotte
voor zover nodig een motivering van de wijzigingen gegeven.
Wij geven U in overweging aan de raad van Uw gemeente overeen
komstige voorstellen tot wijziging van de bouwverordening te
doen.
De bovenbedoelde voorstellen tot wijziging van de voorschrif
ten inzake de warmte-isolatie behelzen de eis dat tot bewoning
bestemde gebouwen in principe moeten voldoen aan de klasse "goed"
volgens NEN 1068. De daaruit voortvloeiende eis tot het aanbren
gen van ramen met dubbele beglazing is echter beperkt tot de
hoofdwoonkamer, de keuken en de daarmee in open verbinding staan
de ruimten.
Voor niet tot bewoning bestemde gebouwen was het nog niet mogelijk
om een algemeen geldende regel te geven; voorstellen daartoe
zijn nog in studie. Wel is bij de reeds eerder in de Model-bouw
verordening opgenomen mogelijkheid tot het stellen van nadere
eisen aan die gebouwen als wenk voor de toepassing bij de desbe
treffende artikelen opgenomen dat deze mogelijkheid bedoeld
is om eisen te stellen ten aanzien van gebouwen met een overeen
komstig binnenklimaat als tot bewoning bestemde gebouwen.
De voorschriften inzake rookkanalen, gasafvoerkanalen en venti
latiekanalen zijn, in overleg met deskundigen van de bouwtoe-
zichten, de gasbedrijven en TNO, herzien en in overeenstemming
gebracht met de inmiddels opgedane kennis op het gebied van
de werking van deze kanalen; zij zijn bovendien zoveel mogelijk
op elkaar afgestemd. De voorschriften betreffende de gasinstal
latie in gebouwen zijn overigens in overeenstemming gebracht
met de GAVO-1976 (NEN 1078)behoudens wat betreft enige punten
waarop de GAVO aan de nieuwe voorschriften van de Model-bouwver
ordening zal worden aangepast.