bijl. nr. 158 vastgestelde woningbouwprogramma van het projectenbureau ter secretarie. In betreffend woningbouwprogramma is geen rekening gehouden met de bouw van woningen ten behoeve van migratie-overschotten. Op basis van het boven genoemde woningbouwprogramma heeft de sociografische dienst de bevolkings- vooruitberekening verstrekt. De tussen haakjes vermelde aantallen zijn aangehouden bij de meerjaren- voorstellen 1981-1984. De daling van de inwoner- en woningaantallen ten opzichte van het meerjaren- beeld 1981-1984 leidt ertoe, dat de reële ruimte voor de jaren 1982, 1983 en 1984 afneemt' met respectievelijk 715.000,1.603.000,en 3.294.000, Loon- en -prijsstijgingen. Voor de te verwachten c.q. gerealiseerde algemene loon- en prijsstijgingen zijn voor de jaren 1980, 1981 en 1982 de volgende percentages aangehouden: prijsstijging in ja loonstijging in j» 1980 8 (6,5) 3,1 (4,2) 1981 6,5 (5,5) 1 (4,5) 1982 6,5 - 3 - De tussen haakjes vermelde percentages zijn aangehouden bij de meerjaren- voorstellen 1 981 -1 984. Rente-omslag. Voor de berekening van de rente over de door de leningsdienst te verstrekken financieringsmiddelen wordt in het algemeen het zogenaamde rente-omslag- percentage voor de leningsdienst toegepast. Voor de onderhavige periode is dit percentage als volgt bepaald: 1982 8,1 (7,6) - 1983 8,2 (7,7) 1984 8,3 (7,8) 1985 8,4 (7,9) Het rente-omslag-percentage 1981 van 7,5 stijgt in 1982 naar 8,1. Dit als gevolg van een oplopende marktrente,het vervallen van leningen met lage rente en het gebruikmaken door geldgevers van.de mogelijkheid tot het opeisen van restanten van goedkope leningen, wat zich reeds geuit heeft in een tekort van de lenings dienst in 1981 van 2.300.000,De gevolgen van de stijging van het rente- omslagpercentage voor de budgetten zullen nader worden uitgewerkt onder 4. Budgettairs capaciteit. Op bijlage I,waarnaar kortheidshalve wordt verwezen, is een totaaloverzicht gegeven van de berekende capaciteit. Hierna besteden wij aandacht aan de belangrijkste punten van deze capaciteit. Gemeentef ondsuitkeringen 1Algemeen. Bij de berekening van de algemene uitkering is de berekeningswijze gevolgd welke het Ministerie van financiën voor de berekening van de verschillende onderdelen van de gemeentefondsuitkeringen hanteert. Wel is bij deze be rekening rekening gehouden met de onder 2.2. genoemde eigen aanname m.b.t. de nominale prijs- en loonontwikkelingen. 2. Bijzondere gegevens. aBij de berekening van de voorlopige budgettaire capaciteit is dezelfde volumegroei (1 5f°) van het gemeentefonds aangehouden als bij het meer- jarenbeeld 1981-1984. Gememoreerd wordt dat dit inhoudt dat gemeenten waarvan het inwoneraantal 3tabiel is voor wat betreft de algemene uitkering zich op de nullijn be vinden. Met andere woorden, dat in deze gemeenten de algemene uitkering in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 763