Hoofdstuk 1; De landelijke organisatie De organisatie, het beheer en de taak van de politie in Neder land zijn wettelijk vastgelegd in de Politiewet van 4 juli 1957 Deze wet verstaat onder politie zowel gemeente- als rijkspoli tie. In gemeenten met meer dan 25.000 inwoners vindt men gemeen tepolitie. In gemeenten met minder dan 10.000 inwoners vindt men rijkspolitie. In gemeenten met minder dan 25.000 inwoners en meer dan 10.000 inwoners bepaalt het karakter van de gemeen te óf er rijks- dan wel gemeentepolitie is. Op grond van boven staande regeling heeft Breda derhalve gemeentepolitie evenals 140 andere gemeenten in Nederland. Bij de totstandkoming van de politie-organisatie is ervan uit gegaan, dat de politie behoort bij de lokale voorzieningen, hetgeen past in de idee, dat voorzieningen zo dicht mogelijk bij de burger worden getroffen. Overigens valt in de toekomst te verwachten, dat reorganisatie van de politie zal leiden tot bredere werkverbanden. De ministers van binnenlandse zaken en justitie hebben naar aanleiding van gedachtenwisselingen in de zeventiger jaren tus sen regering en parlement in maart 1980 een concept-ontwerp voor een nieuwe Politiewet om advies voorgelegd aan bestuur lijke, justitiële en politieke instanties. In het ontwerp is de centrale gedachte, dat gemeente- en rijks politie verdwijnen en provinciale politiekorpsen worden gevormd onder beheer van de commissaris der Koningin. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft een alternatief voorstel geformuleerd. In de door de Vereniging voorgestane structuur zal overal sprake zijn van gemeentepolitie, waarbij grotere gemeenten een eigen korps hebben en kleinere gemeenten samen eén korps. De beheersbevoegdheid berust dan bij de burge meester of bij de gezamenlijke burgemeesters. De uitkomst is nog niet te voorzien; de regering heeft het voor nemen begin 1981 een ontwerp van wet aan het parlement aan te bieden - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 785