Hoofdstuk 3: De organisatie van het Bredase politiekorps (schematisch overzicht is aan het slot van dit hoofdstuk toe gevoegd) In 1979 is de thans geldende organisatiestructuur tot stand gebracht. Daarbij zijn de navolgende aspecten van belang geweest: 1 optimale taakuitoefening 2 flexibiliteit 3 betrokkenheid van de individuele politie-ambtenaren en hun vertegenwoordigers 4 sterkte en rangindeling 5 24-uurs-bedrijf en rechtspositie 6 benodigde werkeenheden 1. De organisatie dient zodanig te zijn ingericht dat de politie functionaris) zi-jn taak zo goed mogelijk kan verrichten. Uiteraard vindt dat zijn beperkingen in de totale toegestane sterkte, die thans praktisch geheel gebaseerd is op het inwoner aantal. Er bestaat onzekerheid over het toekomstige beleid inzake de bepaling van de sterkte van de politiekorpsen. In een rapport van de projectgroep "Organisatiestructuren", geheten "Sterkte van de politie" wordt de aanbeveling gedaan in het vervolg de geldende formule voor de sterktebepaling niet meer te hanteren. Daarvoor in de plaats zou sterktebepaling op grond van in te dienen beleidsplannen moeten komen. Het lijkt niet wel doenlijk dit systeem in de praktijk te realiseren. De minister van binnenlandse zaken heeft onlangs bekend gemaakt deze aanbeveling niet te zullen overnemen. Wijziging in de sterkteformule wordt hier positief beoordeeld, indien buiten de bepaling van de basissterkte op grond van inwoneraantal ruimere mogelijkheden aanwezig zouden zijn om aan typische plaatselijke behoeften tegemoet te kunnen komen. 2. De organisatiestructuur moet zodanig zijn dat op de veranderende maatschappelijke opvattigen en verwachtingen ten aanzien van de politie snel kan worden ingespeeld. - 11 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 794