bij bijlage nr. 465
Hoofdstuk IV. Intrekking c.q. ambtshalve wijziging- van vergunningen
-5-
Artikel 13 1 Burgemeester en wethouders kunnen, de adviescommissie
gehoord, bij een met redenen omkleed besluit, behalve
op de gronden vermeld in artikel 47, eerste lid der
wet, een vergunning intrekken of wijzigen, indien:
a. de vergunninghouder zich schuldig maakt aan hande
lingen of gedragingen, die, als zij ten tijde van
het verlenen van de vergunning bekend waren geweest,
reden tot weigering van de vergunning hadden opge
leverd;
b. de vergunninghouder in strijd handelt met de wet, het
uitvoeringsbesluit of een bij of krachtens deze ver
ordening gegeven voorschrift;
c. de vergunninghouder niet meer in hoofdzaak in het
taxi-bedrijf of een daaraan aanverwant bedrijf werk
zaam is;
d. de vergunninghouder minder dan drie taxi's exploiteert;
e. door handhaving van de vergunning het belang van een
duurzame en redelijke voorziening in de behoefte aan
vervoer per taxi in gevaar komt.
2. Burgemeester en wethouders kunnen tot de in het
eerste lid van dit artikel genoemde maatregelen niet
eerder overgaan dan drie maanden, nadat de betrokken
vergunninghouder van het voornemen daartoe in kennis
is gesteld.
3' Burgemeester en wethouders trekken een vergunning in
als de houder daarom schriftelijk verzoekt.