- 35 - Hieruit kan men afleiden, dat van elke geconstateerde overtre ding de politieman verplicht is proces-verbaal op te maken. Deze verplichting kan niet zo star, als in het Wetboek is om schreven, met betrekking tot overtredingen worden gehanteerd. De verantwoordelijkheid voor het opmaken van een proces-verbaal naar aanleiding van bijvoorbeeld een verkeersovertreding is daardoor in handen gelegd van de individuele opsporingsambte naar zelf. Bij het zien van een overtreding kan de politie-ambtenaar kiezen uit of het waarschuwen of het verbaliseren van de verdachte. Ook voor het leggen van deze grens zijn aan de opsporingsambte naar in het algemeen geen dwingende regels te geven. Het wordt echter wel als de verantwoordelijkheid van de korps leiding gezien om de onderline verschillen in verbaliseringsbe- leid door gesprekken en adviezen zo gering mogelijk te houden. Uit bovenstaande blijkt, dat het niet juist is, als de korps leiding de politieman verplicht om een minimum aantal processen- verbaal te maken, zoals dat vroeger wel gebeurde. Dit is temeer niet gewenst, omdat dit ook kan leiden tot verba lisering van die strafbare feiten, die doorgaans terecht met een waarschuwing worden afgedaan. Een dergelijke handelwijze zal door de burgerij als onrechtvaardig worden ervaren, wat de verhouding politie - publiek negatief beïnvloedt. De politie zal er naar moeten streven, dat ook zijn verbalise rend optreden dienstbaar is aan hetgeen redelijkerwijze als zinnig wordt ervaren bij de handhaving van de rechtsorde. De_afdel_inc[ bi2zondere_surve_illance Voor de laatste aanpassing van de organisatie ressorteerden de huidige bureaus van de afdeling bijzondere surveillance recht streeks onder de chef hoofdafdeling surveillance. Gezien de aard van het bureau wijkagenten en van het bureau bijzondere wetten en in verband met een gewijzigde werkverdeling was het noodzakelijk tot een hergroepering te komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 819