- 40 -
De politie dreigde door de centralisatie en technocratisering
verder van het publiek af te komen staan dan zij zelf wenste.
Om daaraan tegemoet te komen kwam men tot de instelling van
het instituut wijkagent. Zoals reeds meerdere keren is vermeld,
heeft er zich een verandering voorgedaan in de maatschappelijke
opvattingen.
Deze verandering leidde mede tot een wijziging in de taakstel
ling van de wijkagent. In het verleden was de taakstelling an
de wijkagent vaak gericht op de oplossing van sociale pro'ole-
matieken, zoals persoonlijke-, gezins- en buurtproblematieken.
Thans is de politie van mening, dat haar taakgebied op het ter
rein van hulpverlening begrensd dient te zijn.
In de hulpverlening kwam de politieman te veel op het terrein
van de tegenwoordig talrijke professionele en specialistische
hulpverleners.
Het ontbreken van de daarvoor vereiste opleiding leidt tot het
thans geldende uitgangspunt dat de wijkagent uitsluitend func
tioneert als hulpverlener bij acute psychische nood; hij infor
meert verder de andere hulpverlenende instanties.
Hierbij past zeker de opmerking, dat de huidige structuur binnen
het hele scala hulpverleningsinstanties dermate ondoorzichtig
en ongecoördineerd is, dat het vaak voor de politie niet wel
mogelijk is de juiste instantie bereid te vinden de hulpverlening
daadwerkelijk ter hand te nemen.
De huidige functie van de wijkagent richt zich meer op het ver
vullen van de gehele politietaak.
In de praktijk zal dit neerkomen op het onderhouden van goede
contacten tussen politie en wijkraden, actiecomitésbelangen
groeperingen, onderwijsinstellingen, particulieren en bedrijven
om daar waar nodig zowel in adviserende als in praktische zin
zijn werk te doen.
Daardoor kan de wijkagent tijdig bestaand ongenoegen onderkennen
en aandringen op stappen en/of maatregelen, zodat escalatie
voorkomen kan worden. Zo nodig zal hij moeten bevorderen dat
ter zake bevoegde instanties van de problemen op de hoogte worden
gesteld