- 47 - - buurtonderzoek. Ook bij minder spectaculaire voorvallen kan een al of niet uitgebreid buurtonderzoek van nut zijn. Hier toe worden veelal ook de wijkagenten ingeschakeld. - het starten van gerichte projecten, waarvoor gedurende een wat langere periode personeel wordt vrijgemaakt, bijvoorbeeld tassendiefstal in horecabedrijven, serie-inbraken in winkels of woonwijken. - Het verhoor. Tijdens het verblijf aan het politiebureau, dat aan strikte wettelijke regels is gebonden, spreken maximaal 2 rechercheurs met de verdachte. De rechercheurs trachten tijdens deze verhoren het vertrouwen van de verdachte te win nen. Daartoe geven zij hem onder meer informatie over zijn rechten. In de praktijk blijkt dat, wanneer er sprake is van een ver trouwensrelatie, de verdachte vaak "schoon schip" maakt, het geen veelal als een opluchting wordt ervaren. Een dergelijke situatie kan slechts worden bereikt door een beperkt aantal rechercheurs, meestal 1, soms 2, met een verdachte te laten omgaan. Daarom dient tijdens het verhoor inmenging van der den niet plaats te vinden. Van het begin af aan wordt elke politieman ervan doordrongen, dat hij zich bij het verhoor van de verdachte dient te ont houden van alle middelen en methoden, waardoor een verdachte zijn verklaring niet in volledige vrijheid aflegt. Afhankelijk van de mate waarin het delict de rechtsorde schaadt wordt bepaald hoeveel aandacht aan onderzoek van het delict wordt gewijd. De mate van aandacht wordt mede bepaald door de aanwezigheid van het aantal aanknopingspunten, aan de hand waarvan de re cherche de kans aanwezig acht de verdachte op te sporen. In de praktijk wordt hoge prioriteit toegekend aan: - kapitale delicten, zoals moord, doodslag en roofoverval. Bij de behandeling van dit soort delicten kan het recherche bijstandsteam arrondissement Breda na overleg met de officier van justitie worden ingeschakeld (zie hoofdstuk 9). Voor de aanpak van dit soort zaken bestaan globaal omschreven werkplannen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 832