- 49 -
De politie is zeker bereid in de advisering daartoe mee te
werken. Steeds weer blijkt dat veel grote en kleine crimina
liteit voortkomt uit het ontbreken van een goede opvang voor
grote groepen jeugdigen.
Bovendien moet geconstateerd worden dat ook hier de daadwerke
lijke hulpverlening door daartoe geschikt te achten instanties
niet voldoende uit de verf komt. Dit heeft te maken met een
onduidelijke taakafbakening van de verschillende instanties
en met een niet primair op de praktische hulpverlening gerichte
taakopvatting
De_zedenpoliJ:ie
Hoewel maatschappelijke ontwikkelingen soms anders doen veron
derstellen, blijkt nog steeds dat zodra een sexueel gebeuren
op iemand persoonlijk terugslaat en dit gedrag afwijkt van het
geen men gangbaar acht, de betrokken persoon zich terughoudend
opstelt. Deze terughoudendheid brengt met zich mee, dat het
verhoor van personen verdacht van een sexueel delict met eigen
waarborgen omgeven dient te zijn. Dit noodzaakt tot een gerichte
sociaal-maatschappelijke hulpverlening. Om te kunnen inspelen
op gevoeligheden bij zowel man als vrouw, is bij deze afdeling
een vrouwelijke hoofdagente werkzaam.
De controle op sexhuizen en -inrichtingen is aan deze afdeling
opgedragen. Het ontkennen van de aanwezigheid van dit soort
inrichtingen is hypocriet. De politie wil en kan geen zedenmees
ter zijn. De controles zijn dan ook geenszins gericht op het
onmogelijk maken van de exploitatie van deze inrichtingen. Wel
hebben de controles tot doel uitwassen tegen te gaan, zoals
het exploiteren van minderjarigen of illegaal in ons land ver
blijvende vrouwen als prostituee en het exploiteren op een zo
danige wijze dat de criminaliteit wordt bevorderd of dat met
name de jeugd op ongewenste wijze met de verschijningsvormen
van prostitutie wordt geconfronteerd.
Nemen de uitwassen ongewenste vormen aan, dan treedt de politie
in overleg met justitie en bestuur (driehoeksoverleg) ten einde
mede te bevorderen dat aan de ongewenste toestand een einde
kan worden gemaakt.