Verdere automatisering van gegevensverwerking wordt overwogen aangezien grotere doelmatigheid van het administratieve werk vermindert en dus de politiefunctionaris meer tijd geeft om de executieve politietaak uit te oefenen. Te denken hierbij valt aan informatiebestanden van de T.O.H.D., de vreemdelingendienst, de bijzondere wetten, de administratie, de criminele informatiedienst en het drugteam. In al of niet geautomatiseerde informatiebestanden komen van wege de aard van het politiewerk gegevens over personen voor. Hieraan kan worden toegevoegd dat automatisering binnen het Bredase politiekorps niet zal leiden tot het verzamelen van meer gegevens over personen dan thans het geval is. De aard van de gegevens zijn nogal eens zodanig dat zij beschermd moe ten worden. De privacy van personen kan bij gebruik door on bevoegden in het geding komen. Door automatisering is het mo gelijk de gegevensbestanden beter te beveiligen en slechts toe gankelijk te maken voor personen, die hierover moeten kunnen beschikken voor de uitvoering vdn hun werk. Bovendien is het politiefunctionarissen niet toegestaan gege vens aan derden te verstrekken, tenzij dat moet geschieden op grond van formele regelingen. Een en ander zal moeten geschieden in samenwerking met het mi nisterie van binnenlandse zaken, dat een begeleidende en coördi nerende rol in deze vervult. Het jLnjiocentrum. Een dergelijk centrum is thans in onderzoek binnen het kader van de verbetering van de communicatie binnen het korps. De bedoelingen van een infocentrum zijn: - het verzamelen en doorgeven van gegevens, die voor met name de projectsurveillance op straat van belang zijn. Voorbeelden hiervan zijn: plaatsen waar veel aanrijdingen, baldadigheden en overtredingen plaatsvinden, waar festiviteiten worden ge houden; vergunningen, die zijn verleend e.d. - 62 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 847