- 74 - Een diploma van een school voor lager beroepsonderwijs wordt als minimum gehanteerd. Daarnaast wordt aan kandidaten met een hogere opleiding reeds vanaf de eerste contacten duidelijk gemaakt, dat een hogere vooropleiding geen snelle carrière verzekert. Na de selectie wordt de adspirant politie-ambtenaar vanuit het korps geplaatst op de primaire opleiding in internaatsverband aan het Zuid Nederlands Instituut voor gemeentepolitie-opleiding te Heerlen, een gemeenschapelijke regeling tussen de gemeenten met gemeentepolitie in Noord-Brabant en Limburg, alsmede de gemeente Nijmegen. De duur van de opleiding is een jaar. Hierbij valt de nadruk op de theoretische scholing. De tijdsduur is beperkt, zodat praktische scholing. De tijdsduur is beperkt, zodat praktische scholing nauwelijks in het programma kan worden opgenomen. Het blijkt voor de opleiding bovendien niet eenvoudig de wenselijk heden van de verschillende korpsen in te passen. De praktische vorming geschiedt dan ook voornamelijk in het eigen korps binnen de "kop"-groep (zie hoofdstuk 6) na afloop van de primaire (theo retische) opleiding. De ervaringen tot op heden doen binnen het Bredase korps de wens leven de structuur van de opleiding te wijzigen in dier voege, dat tussen twee periodes van theoretische scholing van een half jaar, een periode van praktijkstage kan worden opgeno men. De scholing kan dan meer worden gestoeld op enige praktijk ervaring Tevens bestaat de wens de duur van de theoretische vorming te verlengen. Er zou voldaan kunnen worden aan de noodzaak de kennis van de jonge agent te verbreden, met name ten aanzien van zijn sociale vaardigheden. In de opleiding wordt daaraan binnen de beperkte tijd in toenemende mate aandacht geschonken. Aangezien het aantal leerlingen op de scholen sterk terug loopt door het feit, dat de politiekorpsen in het algemeen op sterkte zijn en dus het aantal vacatures vermindert en daardoor de scholen overcapaciteit hebben, wordt gestudeerd op de mogelijkheden de opleidingsduur te verlengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 859