bijl.nr. 222
de afdelingen stadsontwikkeling en economische zaken ter
secretarie, de dienst openbare werken en de sociografische
dienst
de stedebouwkundige adviesraad, de Kamer van Koophandel,
de commissie M.G.B. en de rijksconsulent voor Handel, Ambacht
en Diensten.
Voorts heeft ons college het Stadsgewest Breda en de Werkgelegen
heids Advies Raad de concept-nota ter kennisneming toegezonden.
Wij stellen ons op het standpunt dat door de brief d.d. 29 januari
1982 te verzenden aan de meest betrokken instanties en de ver
werking van de reacties is voldaan aan de in de nota in hoofdstuk
VII bedoelde "eerste ronde" inspraak.
T.a.v. de inhoud van de ingekomen reacties
Intern
Zowel de afdeling stadsontwikkeling, de dienst openbare werken
en de sociografische dienst hebben geen bemerkingen t.a.v. de
beleidsnota. De afdeling economische zaken beperkt zich in haar
reactie tot het verzoek om snel spelregels op te stellen (be
doeld wordt t.a.v. het toelatingsbeleid van nieuwe vestigingen
bij gronduitgifte)
Ook merkt deze afdeling op dat door het mogelijk maken van detail
handel op bepaalde locaties eigenaren van die onroerende goede
ren bevoordeeld worden t.a.v. die eigenaren van onroerende goede
ren waarvoor dit niet mogelijk gemaakt wordt.
Wat betreft de spelregels t.a.v. de toestemming voor nieuwe
vestigingen zij vermeld dat deze zo snel mogelijk na aanneming
door de raad van de nota door ons college worden opgesteld.
M.b.t. het extra bevoordelen van eigenaren van die onroerende
goederen waarop detailhandel in volumineuze goederen middels
vrijstelling mogelijk wordt gemaakt zij vermeld dat elk beleid
waardoor iets wordt mogelijk gemaakt als zodanig bepaalde voor
delen kan geven voor individuele eigenaren. Ook het tegengestelde
kan plaatsvinden door iets te verbieden. Juist in dit kader
vindt het functioneren van de overheid als overheid plaats,
waartegen voldoende rechtsbescherming middels de geëigende (juri
dische) procedures openstaat.
Extern
Wat betreft bet commentaar van de externen zij vermeld dat reac
ties zijn ingekomen van de rijksconsulent voor Handel, Ambacht
en Diensten, de Kamer van Koophandel (inclusief reactie van
het bestuur van de contactcommissie M.G.B.) en de St.A.R.
T.a.v. het inhoudelijk commentaar op de reacties van bovenge
noemde drie externen t.a.v. m.n. distributief-planologische
aspecten wordt hier kortheidshalve verwezen naar de bij dit
preadvies behorend commentaar van de sociografische dienst d.d.
8 april jl.
Wat betreft enkele opmerkingen uit deze reacties t.a.v. de ruim
telijke spreiding en de juridische maatregelen uit de beleids
nota het volgende.
T.a.v. de reactie van de rijksconsulent zijn in dit verband
geen opmerkingen te maken.
8