bijl.nr. 232 4. er zullen binnen 21 maanden na notarieel transport 404 wo ningen (gemiddeld 3,5 V.E.) in de categorie premiehuur ge realiseerd dienen te worden; de gemiddelde aanvangshuur zal 415,per maand bedragen (artikel 5); 5. indien de opdrachtgever onvoldoende contingenten zal ver krijgen, zal de gemeente gebruik maken van het beding van wederinkoop (artikel 6); 6. de verhuur zal geschieden aan kandidaten voorgedragen door de stichting gemeenschappelijke woonruimteverdeling. Toelichting Zoveel mogelijk is aansluiting gezocht bij de algemene verkoop voorwaarden 1979; de bepalingen, die niet behandeld worden in dit preadvies, sluiten geheel of goeddeels bij deze voorwaarden aan Ad 1 Ons college heeft er geen bezwaar tegen, dat de Algemene Neder landse Woningstichting opdrachtgever/risicodrager en exploitant wordt Ad 2 Gedurende lange tijd is met de combinatie 4 onderhandeld. Deze combinatie bestaat uit de bedrijven I.B.C., I.G.B. en Albouw, de vierde partner is weggevallen. De combinatie zou als risico-drager/opdrachtgever fungeren t.b.v. de bouw van 270 woningen in de categorieën premiekoop-B en vrije sector. Aangezien de markt voor deze woningen thans niet aanwezig is en de combinatie niet in staat is als belegger op te treden zal de combinatie slechts als aannemer optreden. De Algemene Nederlandse Woningstichting is hiermede akkoord gegaan. Een en ander achten wij redelijk en billijk, nu deze combinatie door de lange ontwikkelingsperiode hoge ontwikkelings kosten heeft gemaakt. Dit houdt evenwel niet in, dat de combinatie enige juridische basis voor deze regeling heeft. De ontwikkelingskosten worden tussen de opdrachtgever en de aannemer verrekend. Wij achten dit geen aangelegenheid, waarin de gemeente zich dient te mengen. Ad 3 Aangezien in het onderhavige gebied geen locatiesubsidie wordt verleend zijn de te berekenen grondprijzen in principe niet onderhevig aan goedkeuring door de rijksoverheid. Thans is overeenstemming bereikt over een prijs van 6.000.000 exclusief b.t.w. te betalen uiterlijk per 1 augus tus 1982. Dit houdt in, dat t.a.v. de geraamde opbrengst een tekort van 657.000,excl. b.t.w. optreedt waarbij voorts met een mogelijk b.t.w.-risico van ca. 100.000,rekening moet worden gehouden. Hierbij rijst de vraag of dit een acceptabel verschil is. Ons college meent, dat, gezien de hoge renteverliezen op deze grond (voor 1983 740.000,— incl. b.t.w.), zo snel als mogelijk tot afstoting moet worden overgegaan. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1050