bijl.nr. 247 c. het onder a. en b. bepaalde vindt slechts plaats ten aanzien van 80% van de batige saldi; de resterende 20% blijft onder beheer van de corporatie; aanwending van deze middelen dient te geschieden in het belang van de verbetering der volkshuis vesting en moet worden goedgekeurd door burgemeester en wet houders d. batige saldi welke er zijn nadat het hiervoor onder a., b. en c. bepaalde toepassing heeft gevonden worden gestort in een gemeenschappelijk fonds. De verplichte storting in het fonds is met ingang van 1 augus tus 1965 vervallen. Het besluit tot uitvoering van het in de aanhef dezes genoemde artikel IV regelt de bestemming van de geldmiddelen van het gemeenschappelijk fonds. De volgende bestemmingen zijn denkbaar: 1. dekking van tekorten in de exploitatie van met rijkssteun gebouwde woningen; 2. dekking van tekorten in onderhoudsfondsen 3. aanwending voor verbetering van de hiervoor bedoelde woningen; 4. toevoeging aan de algemene bedrijfsreserves Het gemeenschappelijk fonds in deze gemeente is gevormd door stortingen van batige saldi van het voor-oorlogs woningbezit van de voormalige N.V. Volkshuisvesting, een toegelaten instel ling welke per 11 februari 1964 is geliquideerd. Het vooroorlogs woningbezit is bij die gelegenheid overgegaan naar het gemeen telijk woningbedrijf en betreft in hoofdzaak de in het sanerings- gebied Gerardus Majellawijk gelegen complexen. Dit constaterende hebben wij, in onderlinge overeenstemming met de plaatselijke woningbouwverenigingen, besloten tot opheffing over te gaan ten gunste van de negatieve onderhoudsfondsen van genoemde com plexen Intussen zijn of worden deze voor het grootste gedeelte geamo- veerd en vervangen door nieuwbouw, waardoor ook de negatieve onderhoudsfondsen via de gronduitgifte-prijzen konden worden weggewerkt. Dat betreffende de 80 woningen waaraan momenteel onderhouds- en verbeteringswerkzaamheden worden uitgevoerd, zal worden gesaneerd in het kader van de besluitvorming rondom de Nota renovatie en groot onderhoud met betrekking tot de ne gatieve onderhoudsfondsen Resteert slechts toedeling aan de algemene bedrijfsreserve van het woningbedrijf, waarmede bij de bepaling van de omvang van de nadelige onderhoudsfondsen reeds rekening is gehouden. De stand van het fonds per 1 januari 1982 bedraagt 233.589,—. Volgens de geldende methode wordt hierop per 30 juni rente bij geschreven, waardoor het saldo oploopt tot 252.510, Gezien het bovenstaande stellen wij Uw raad voor te besluiten tot opheffing van het gemeenschappelijk fonds en de middelen daarvan toe te voegen aan de algemene bedrijfsreserve van het gemeentelijk woningbedrijf door vaststelling van de ter visie gelegde ontwerp-wijzigingen van de begrotingen 1982 van de al gemene dienst en van het woningbedrijf A.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1095