-4-
bijl.nr. 250
die mede bepalend zijn voor de hoogte van de nog aan de stichting
verschuldigde bedragen, gedurende drie jaren nadat een deelnemer
uit de stichting is getreden. De gemeente is echter bovendien, zo
als blijkt uit dit artikel, een bedrag verschuldigd, dat alsdan
door de raad zal worden bepaald aan de hand van de daar vermelde
criteria. Op deze wijze is de afbouw van het bureau woonruimtever
deling van de stichting - althans in financiële zin - verzekerd.
Overigens zijn nog enige inhoudelijke wijzigingen van meer onder
geschikte betekenis aangebracht. Een hiervan heeft betrekking op
de gewijzigde regeling ter zake van de samenstelling van de ge
schillencommissie
BENQEMINGEN_/_VOORDRACHTEN
§i_Bestuur
Zoals reeds is vermeld onder punt 2 in dit voorstel heeft de
raad bij besluit van 16 februari 1982 (bijlage nr. 68)* twee
leden aangewezen voor het interim-bestuur van de op te rich
ten stichting. Uit een oogpunt van continuïteit achten wij
het gewenst, dat deze twee personen ook deel zullen uitmaken
van het bestuur van de stichting, zoals dat voor de eerste
keer zal worden gevormd. Het gaat hierbij om mevrouw M.L.A.
Paulussen en mevrouw IJ. den Ouden-JansenWij stellen U dan
ook voor om beiden te benoemen tot lid van het bestuur en wel
voor de duur van de huidige zittingsperiode van de gemeente
raad. In dit verband wijzen wij U op artikel 27, tweede lid,
van de statuten.
Teneinde de gemeenteraad nadrukkelijk bij de gang van zaken
in deze stichting te blijven betrekken, achten wij het zin
vol, dat twee leden uit de gemeenteraad deel zullen uitmaken
van het stichtingsbestuur. Zoals blijkt uit artikel 5, derde
lid, sub a, van de statuten is de gemeenteraad bevoegd twee
leden bindend voor te dragen ter benoeming door het bestuur
tot bestuurslid van de stichting. Wij zullen U dan ook in de
nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad voorstellen om als
zodanig twee leden uit Uw midden, niet zijnde een wethouder,
voor te dragen.