bijl.nr. 257 Wij hebben ons beraden over het standpunt, dat wij aan Uw raad zullen voorleggen. Door de adviesraad wordt een tarief geadviseerd - daarbij uit gaande van een (lager) investeringsbedrag van een c.v.-ketel van 1.650,(punt 2) en een (lager) normbedrag voor onder houdskosten van 85,per jaar excl. b.t.w. (punt 3) - dat 20,77 per woning per jaar lager ligt dan door enwa wordt voor gesteld, nl. een bedrag uit punt 2 groot 14,89 en uit punt 3 groot 5,88 per jaar. Wij constateren daarbij, dat uit de gegevens over het gevoerde overleg tussen de adviesraad en enwa blijkt, dat partijen bereid zijn landelijke adviezen te volgen onder de voorwaarde, dat op landelijk niveau instemming wordt verkregen van de consumen tenbond Wij sluiten ons graag aan bij dit standpunt. Ervan uitgaande dat wij ons te zijner tijd zullen conformeren aan landelijke tarieven en het landelijk advies in deze naar verwachting nog 1 jaar zal uitblijven, stellen wij Uw raad voor (ingaande 1 juli 1982) de lagere tariefstelling van de adviesraad - als hiervoor aangegeven - te volgen, met dien ver stande dat de tariefstelling te zijner tijd wordt aangepast aan het landelijk advies. Ons college is van mening dat in het algemeen een verhoging van tarieven met terugwerkende kracht niet wenselijk is. In de praktijk is navordering bovendien moeilijk. Consequenties van een en ander is dat een verlies voor het pro ject stadsverwarming i.e. de gemeente Breda kan optreden indien later een hoger landelijk tarief wordt geadviseerd dan thans door ons wordt voorgesteld. Indien dit landelijk advies zou overeenstemmen met de door enwa voorgestelde tarieven moet wor den gerekend op een totaalbedrag van 102.000,(Breda-Noord 50.000, Haagse Beemden 52.000, Wij stellen U voor - mede gezien de contacten met NEOM - een eventueel verlies dat ontstaat indien de landelijke tariefstel ling hoger uitvalt dan thans wordt voorgesteld tot maximaal 102.000,te dekken uit de risico-reserve wijkverwarming Wij tekenen daarbij aan dat door (gedeeltelijke) blokkering van het risicofonds in deze het aandeel van IJpelaar in deze reserve onverlet dient te blijven tenzij Uw raad anders mocht besluiten. Rest ons U te adviseren het resultaat van de besprekingen inzake punt 1 en punt 4 voor kennisgeving aan te nemen en voor punt 5 het enwa-standpunt te volgen, omdat wij van mening zijn dat voorshands een uitbreiding van het aantal tarieven bij een col lectieve voorziening moet worden voorkomen. Volledigheidshalve merken wij op dat het hanteren van de voorge stelde tariefstelling in Breda-Noord eveneens leidt tot een wijziging van de tarieven stadsverwarming in de Haagse Beemden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1144