bijl. nr. 273
2. Welke maatregelen zijn door U genomen om deze bedreigingen het hoofd
te bieden en de burgers hun vrijheid te waarborgen tot het voeren van actie
zoals gemeld?
3. Wat is Uw oordeel over de methode welke de N.V.U. in deze bezigt?
4. Welke actieve bijdrage zal door U worden geleverd aan de bestrijding van
het facisme en deszelfs uitingen in Breda?
ANTWOORD
Ad 1.
Bij de gemeentepolitie is geen aangifte gedaan. Formeel is derhalve de politie
niet op de hoogte. Uw stukken zijn echter voldoende duidelijk.
Ad 2.
Aangezien - gelet op de beantwoording van vraag 1 - voor de politie geen gron
den aanwezig zijn een onderzoek in te stellen, zijn tot op heden geen stappen
in deze richting gezet. Overigens zij opgemerkt, dat de politie nadrukkelijk
in het oog z?al houden of van dit soort zaken in de toekomst, waar dan ook
in Breda, sprake zal zijn.
Ad 3.
Mijnerzijds kan voor dit soort activiteiten weinig waardering verwacht worden.
Ik ben van oordeel, dat de toon, die de Volksunie bezigt, in zijn algemeenheid
geen recht doet aan de geest van verdraagzaamheid, die in onze maatschappij
aanwezig behoort te zijn. De bepaaldelijk intimiderende toon, die men ten aan
zien van individuen - anoniem overigens - bezigt, vervult mij met afkeer.
In dit verband zij overigens opgemerkt, dat de minister van justitie recent
een wetsontwerp heeft ingediend, waarin nadere criteria worden aangegeven
op grond waarvan een vereniging door de rechter tot een verboden vereniging
moet worden verklaard. Alsdan is het lidmaatschap van een dergelijke vereniging
een strafbaar feit.
Ad 4.
Verwijzend naar de antwoorden op Uw vragen over facistische activiteiten
in onze stad van 15 maart jl., meen ik te moeten stellen met een uitspraak
in algemene zin over het begrip facisme slecht tot beleidsuitspraken te kunnen
komen. Van mij mag verwacht worden, dat ik waar mogelijk alles in het werk
zal stellen om in onze complexe samenleving verdraagzaamheid en respect
ten opzichte van andermans persoon en goed te bevorderen.