bijl. nr. 268 Het relatief zeer grote aantal premiehuurwoningen is veroorzaakt door het beduidend aantal omzettingen van oorspronkelijk in de koopsector (zowel in de premie- als in de vrije sector) opgezette bouwplannen. De stagnatie op de koopmarkt heeft er mede toegeleid, dat de - goed kopere - premiekoop A-sector mede door omzettingen is ge groeid ten laste van de premiekoop B-sector. Gerekend naar de toestand per 1 juli 1982 waren reeds opgeleverd 794 woningen, nl. 362 woningwetwoningen (waarvan 65 H.A.T.-eenheden281 premiehuurwoningen, 63 premiekoop A-woningen, 29 premiekoop B-woningen en 59 vrije sector woningen, terwijl op evengenoemde datum 840 woningen in aan bouw waren 161 woningwetwoningen, 649 huur- en koopwo ningen in de onderscheiden premiecategorieën en 30 vrije sector-woningen) De contingentering 1982 De contingentering 1982 (de in de loop van 1982 ten hoogste af te geven aantallen beschikkingen voor gesubsidieerde bouw) bepaalt in feite de bouwproduktie voor 1983- Gelet op de thans bekende toewijzing in de verschillende finan cieringscategorieën zijn de verwachtingen voor 1983 niet hoopvol: op 5 februari 1982 heeft de H.I.D. de toegewezen contingenten voor Breda bekend gemaakt. In het hieronder volgende overzicht zijn deze aantallen onder A. vermeld, terwijl onder B. voor het jaar 1983 (beperkt tot het onder deel Bredase behoefte) zijn opgenomen de aantallen uit de Nota Volkshuisvesting. Onder C. is in procenten aangegeven de mate waarin de con tingentering in de geprogrammeerde aantallen voorziet. totaal woning woning- premie- premie premie wet wet H.A.T. huur koop A koop B A 920 309 264 246 66 35 B 1025 465 160 250 110 40 C 89,7% 66,6% 165% 98,4% 60% 87,5% Naar totalen gezien blijft de contingentering "slechts" een tiental procenten achter bij het programma dat gerealiseerd moet worden om in de Bredase behoefte te voorzien. Neemt men echter het totale woningbouwprogramma in aanmerking (Bredase behoefte additioneel programma, minus vrije sector te zamen 1250 woningen) dan loopt het verschil op tot een 20%. Een adequate invulling van de groeistadtaakstelling wordt dan ook met een dergelijke toewijzing ernstig bemoeilijkt. Naast het tekort schieten van de toewijzing op zich achten wij het een ernstige zaak, dat met name de categorie woning wetwoningen onevenredig zwaar wordt getroffen: de toewijzing leidt ertoe, dat ondanks het in 1981 gekweekte en in 1982 nog te kweken "overschot" de produktie aan woningwetwoningen in 1983 gaat achterlopen bij het taakstellende programma van 2700 woningwetwoningen in 5 jaar. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1223