aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 285
JSR/8205676
22-6-1982
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot het vaststellen
van de in het tweede deel van de
nota subsidiebeleid in de sport
aangegeven grondslagen voor de
directe subsidieverlening.
IAl gemeen
In de vergadering van 22 september 1981 heeft Uw raad het eerste
deel van de nota subsidiebeleid in de sport - indirecte subsi
diëring - vastgesteld.
Bij die gelegenheid hebben wij gewezen op de verwevenheid tussen
directe en indirecte subsidiëring.
In de thans voorliggende deelnota" is de afstemming tussen beide
onderdelen, die ook in het eerste ontwerp aanwezig was aange
houden
Dit betekent onder meer, dat indirecte subsidie ertoe moet
leiden, dat sportbeoefening in zijn algemeenheid tot de mogelijk
heden behoort.
Directe subsidiëring is dan een ondersteuning van groepen of
zaken
- die geconfronteerd worden met kosten die uitgaan boven de
algemeen gebruikelijke;
- waarvoor extra stimulering gewenst is vanuit de beleidsdoel
stellingen.
IIDe inspraak procedure
In juli 1980 is door ons college de ontwerp subsidienota in de
sport ("blauwe boek", waarin de onderdelen directe en indirecte
subsidies zijn opgenomen), voor inspraak vrijgegeven. Van de in
spraakmogelijkheden is intensief en langdurig gebruik gemaakt en
resulteerde in eerste instantie in een advies van de sport
adviesraad (Sp.A.R.) van 21 april 1981 (ligt voor Uw raad ter
visie
Over het onderdeel indirecte subsidie is, zoals reeds gemeld,
door Uw raad beslist.
Het gedeelte over de directe subsidiëring verdiende nog
verder overleg met sport adviesraad en sportverenigingen.
Met name de wijze waarop het subsidiecriterium sporttechnisch
kader in de regeling moest worden opgenomen vroeg nadere
informatie