4. omdat het J.J.C. als professionele instelling op het ge
bied van sociaal-kultureel werk in Breda mede een verant
woordelijkheid heeft waar het gaat om verhoudingen tus
sen partikülier initiatief en gemeentelijke overheid zo
duidelijk mogelijk te krijgen, zeker nu een en ander steeds
meer in procedures en verordeningen vastgelegd gaat worden.
Als voor een instelling met veel beroepskrachten de zaken
niet meer overzichtelijk zijn, hoe moet het dan wel niet
zijn voor de vele vrijwilligers in Breda?
De inhoud van het bezwaarschrift
Graag willen wij ingaan op onze 5 deelbezwarenzoals ze te
rugvindbaar zijn in ons bezwaarschrift en het raadsvoorstel.
Ad^a^: het betreft hier de berekeningswijze van salarissen,
waarbij de dienst verschil aanlegt tussen enerzijds
administratief en huishoudelijk personeel (hoofdstuk
A) en anderzijds sociaal-kultureel werkers en staf-
funktionarissen (hoofdstuk B).
In het le geval hanteert de dienst de goedgekeurde be
groting over 1981, in het 2e geval het door het J.J.C.
begrote bedrag.
Helemaal onduidelijk is waar het bedrag vandaan komt
in het door uw raad vastgestelde programma 19 82. In we
zen maakt het niet uit welke salarisbedragen opgenomen
zijn, zolang de C.A.0-bepalingen maar uitgevoerd kun
nen worden. Het probleem komt pas als de aanstelling
van kandidaten, die een hogere inschaling hebben, be
lemmerd wordt door het maksimum-bedragdat in de be
grotingsbeschikking staat. In dat geval kan het J.J.C.
niet naar behoren gekwalificeerde mensen aanstellen.
Wat wij dan oök vragen is een begrotingsvaststelling,
gebaseerd op door ons begrote reële C.A.0-bedragen
Daarnaast willen we opmerken, dat wij de in het raads
voorstel opgenomen zin overiihet feit, dat begrotings
vaststelling nu op basis van recentere gegevens kan ge
beuren, zeer aanvechtbaar vinden, gezien het feit, dat
onze begroting 1982 vorig jaar (juni 1981) ingediend is,
en nu (bijna achteraf) vastgesteld wordt.