Naar aanleiding van de stukken konstateert dhr. Veelenturf
dat de oorspronkelijke begroting J.J.C. lager is dan het be
drag wat door de gemeenteraad is vastgesteld in de begroting
voor het J.J.C. Tevens vraagt de heer Veelenturf of het
J.J.C. een Arob-procedure aan zal spannen indien de raad het
bezwaar afwijst.
Dhr. van Dongen verklaart van mening te zijn dat het J.J.C.
in zijn recht staat en wil de verhoudingen met de gemeente
duidelijk krijgen; een Arob-procedure behoort tot de moge
lijkheden en dit wordt overwogen.
Mevr. Elie vraagt waarom het J.J.C. voor de half-time tiener
werker, waarvan de salariskosten minder zijn i.v.m. lagere in
schaling, voor 1982 toch accrês toegepast wil zien.
Dhr. van Dongen legt uit dit bedrag begroot te hebben op ba
sis van de beschikbare gegevens van juni 1981. Ingeval er'een
nieuwe tienerwerker aangesteld moet worden die hoger inge-
schaal wordt, is dit geld nodig.
Op een vraag dienaangaande van de heer Martens antwoordt dhr.
van Dongen dat het verschil tussen de ingediende begroting
J.J.C. en de begroting van de gemeente 14-. 729 ,-- (a t/m f)
middelen voor uitbreiding aktiviteiten/organisatie- en huis
vestingskosten 40.000,-- ambulant jongerenwerk bedraagt.
Mevr. Elie was van mening dat er goede afspraken waren tussen
gemeente en J.J.C., zodat genoemde problemen niet te begrij
pen zijn voor haar. Dhr. van Dongen verduidelijkt dat de
laatste jaren door de gemeente alleen middelen zijn verschaft
in de salarissfeer en niet voor de uitbreiding van aktivitei-
ten, zodat het J.J.C. hiervoor zelf middelen moet vinden en
alles steeds kariger wordt.
Over de salarisgelden is overeenstemming bereikt met de gemeen
te, maar niet over de mogelijkheid tot aktiviteitenuitbreiding
Dhr. Grosfeld is niet geheel op de hoogte, omdat hij, waar
schijnlijk door een misverstand, de begrotingsvaststelling
J.J.C. 1982 niet heeft ontvangen. Deze zal hem alsnog worden
toegezonden