bijl. nr. 309 De heer Schuurman heeft in een eerder stadium getracht om mid dels de Wet arob de aanleg van het parkeerterrein aan de Ham- dijk te voorkomen. De betreffende correspondentie met onder meer de afdeling rechtspraak van de Raad van State hebben wij voor U ter visie gelegd*. Ook bij ons college heeft de heer Schuurman zijn bezwaren reeds kenbaar gemaakt in een brief, gedateerd 23 januari 1982*. Wij hebben hem in ons antwoord van 12 mei 1982* erop gewezen, dat het parkeren door de cursisten van beide scholen op de parkeerplaats bij het winkelcentrum Moerwijk geen oplossing biedt voor de parkeerproblemen in de buurt. De afstand tussen beide scholen enerzijds en het parkeerterrein bij het winkelcentrum anderzijds bedraagt 750 a 800 meter. Wij vinden dat dergelijke grote loopafstanden in alle redelijk heid niet meer als acceptabel kunnen worden gezien. Voorts wijzen wij Uw raad erop, dat er door de schoolbesturen van de Streekschool en de M.T.S. en door de buurtbewoners reeds jarenlang heftig gepleit is voor de aanleg van het parkeerter rein. IV. Conclusie Wij stellen U voor om de heer M.G. Schuurman in zijn bezwaren tegen het besluit van Uw raad van 13 mei 1982 inzake de aanleg van een parkeerterrein aan de Hamdijk niet-ontvankelijk te verklaren. De commissie openbare werken heeft met dit voorstel ingestemd Een eventueel afwijkend advies wordt U tijdens de raadsvergadering mede gedeeld Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris. ligt ter visie - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1355