bijl. nr. 326 d. ons uitzicht op de Belcrumhaven zal worden belemmerd met de aanleg van hekwerk en lichtmast. Daardoor zal ons woongenot nog verder afnemen. Nóg verder, want in het recente verleden heeft de Fa. Stoof het pand kadastraal bekend onder nr. 1502 zodanig uitgebreid, dat men van daaruit een vrij zicht heeft op de achterzijde van onze woning, waardoor onze privacy danig is aangetast; e. wij voelen ons een speelbal tussen twee industriële giganten (de Fa. Stoof en Kaper, oftewel Albeda Jelgersma). Door het aan- en verkoopspel voelen wij ons bedreigd. Een nadere beschouwing van de door de heer Kaufman ingediende bezwaren voert tot de conclusie, dat de sub a.b., c. en d. aangevoerde bezwaren zich richten tegen het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde en tegen het ontstaan van hinder Hiertegen bieden de Woningwet en de Hinderwet voorziening. De bezwaren vincjen daarom geen steun in de Wegenwet. Het onder sub e. aangevoerde bezwaar is in het kader van de onttrekking aan het openbaar verkeer van onderhavig gedeelte van de Veilingkade evenmin ter zake doende. Op grond van het voorgaande zijn wij van mening dat de door de heer Kaufman middels zijn brief kenbaar gemaakte bezwaren ongegrond moet worden verklaard. Gezien het vorenstaande stellen wij Uw raad voor te besluiten tot a. het ongegrond verklaren van de bezwaren van ae heer Kaufman voornoemd b. het op tekening nummer 53^02 met rode kleur aangegeven gedeelte van de Veilingkade te onttrekken aan het openbaar verkeer zulks door vaststelling van bijgaand ontwerp-raadsbesluit* Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie ruimtelijke ordening. Een eventueel afwijkend advies wordt U tijdens de raadsvergadering mede gedeeld Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris. Ligt ter visie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1402