aan de raad der
gemeente Breda
St/3/8204309
29-6-1982
bijlage nr. 327
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot ongegrondverkla-
ring van het beroep van B.P.C.
Geerts tegen de weigering van
een bouwvergunning op perceel
Agaatstraat 69.
Bij ons besluit van 8 december 1981 is aan B.P.C. Geerts een
vergunning voor het maken van een carport en het overdekken van
de binnenplaats op perceel Agaatstraat 69 geweigerd. Op
7 januari 1982 is dit besluit aan de heer Geerts toegezonden.
Tegen dit besluit heeft de heer Geerts bij brief van
28 januari 1982 binnen de beroepstermijn bij Uw raad voorzie
ning gevraagd, zodat de heer Geerts in zijn beroep ontvankelijk
dient te worden verklaard.
De weigering is gebaseerd op strijd met het bestemmingsplan
"Brabantpark B 1960" en de artikelen 15, 40 en 49 „van de bouwver
ordening 1978.
In het beroepschrift worden de volgende argumenten naar voren ge
bracht
- behalve onderdak en bescherming voor de auto bij slecht weer,
biedt de carport tevens meer ruimte dan de garage voor het
plegen van onderhoud aan de auto;
- de garage is op deze manier vrij als hobbyruimte;
- het stallen van de auto bij nat weer veroorzaakt vochtigheid,
waardoor de hobby niet kan worden uitgeoefend;
- het overdekken van de binnenplaats heeft gelijktijdig plaats
gevonden met de verbouwing van de woning, waarvoor op 6 novem
ber 1979 een vergunning is verleend.
Op 26 september 1980 is een voltooiingsverklaring afgegeven, be
vestigend dat de verbouwing overeenkomstig de vergunning heeft
plaatsgevonden.
Het is dan ook vreemd na ca. 2 jaar te worden geattendeerd op de
overkapping, waarvoor alsnog vergunning wordt geweigerd.
Aanvankelijk is bij de aanvang van de verbouwing het overdekken
van het binnenplaatsje niet aan de orde geweest. Tijdens de ver
bouwing heeft de overdekking plaatsgevonden ten behoeve van een
doucheruimte, toilet en uitbreiding van de keuken, welke gezien
worden als noodzakelijke voorzieningen.