S8S
aan de raad der
gemeente Breda
337
Bijlage nr.
SD/5/8209857
25-08-1982
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot benoeming van leden van het college
voor de verlening van bijstand.
uurs-
t 1
ade
sie
lering
t
Artikel 4, eerste lid, van het reglement voor het college voor de
verlening van bijstand bepaalt, dat de zittingsduur van de leden
van het college samenvalt met die van de leden van de raad.
Nu een nieuwe zittingsperiode van de raad begint zullen derhalve
voor het college voor de verlening van bijstand nieuwe leden moeten
worden benoemd.
Het college voor de verlening van bijstand bestaat uit een oneven
aantal leden en wel uit ten minste vijf. Hiervan benoemt de raad
ingevolge artikel 3, tweede lid, van het reglement ten minste één
lid uit zijn midden en de overige leden op voordracht van telkens
twee personen.
Ter uitvoering van een motie van Uw raad d.d. 22 september 1981
is thans een voorstel in voorbereiding tot wijziging van de veror
dening met betrekking tot het volgen van een open wervingspro
cedure ten behoeve van het benoemen van leden voor de bestuurscom
missies.
Wij zijn er niet in geslaagd om deze wijziging vóór de nieuwe zit
tingsperiode te doen vaststellen. In afwijking van het bepaalde
in de verordening met betrekking tot de zittingsduur van de leden
van het bijstandscollege stellen wij U dan ook voor om de thans
in deze commissie zitting hebbende personen, niet tevens raadslid
zijnde, tot lid van het college voor de verlening van bijstand te
benoemen tot 1 januari 1983. Naar wij mogen aannemen zal vóór die
datum de besluitvorming door Uw raad over de wijziging van het
reglement tot stand zijn gekomen.
Om voormelde redenen hebben wij er thans van afgezien aan U voor
drachten van steeds twee personen voor te leggen voor elk te be
noemen lid.