gemeente Breda i Ia. Bij bijlage nr. -340- III.b.1 VERORDENING VOOR DE COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN Samenstelling Artikel 1 1. De commissie bestaat uit vijftien leden. 2. Tot lid van de commissie zijn benoembaar leden van de raad en niet-leden van de raad, die zijn vermeld op de in 1982 in verband met de verkiezingen van de leden voor de raad vastgestelde kandidatenlijsten en voldoen aan de wette lijke vereisten voor het lidmaatschap van de raad, alsmede niet een hiermede onverenigbare betrekking vervullen. w 3. De leden worden door de raad benoemd uit een voordracht van a. het bestuur van de CDA-fractievoor het benoemen van drie leden; b. het bestuur van de VVD-fractievoor het benoemen van drie leden; c. het bestuur van de PvdA-fractievoor het benoemen van drie leden; d. het- bestuur van de D6o-fractievoor het benoemen van twee leden; e. het bestuur van de PS.P-fractievoor het benoemen van twee leden; f. het bestuur van de PPR-fractievoor het benoemen van twee leden. 4. Bij het benoemen van leden draagt de raad er zorg voor, dat er uit elke fractie ten minste één lid van de raad zitting heeft in de commissie. 5. Burgemeester en wethouders wijzen uit hun midden tot voorzitter van de commissie aan dat lid tot wiens taak het werkterrein van de commissie, blijkens de voor het college van burgemeester en wethouders opgestelde taakverdeling, in het bijzonder behoort. Burgemeester en wethouders stellen een regeling vast met betrekking tot de vervanging van de voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1454