aan de raad der
gemeente Breda
bijlage nr. 356
IZ/-
14 september 1982
Antwoorden op door raadsleden
gestelde vragen.
VRAAG (gesteld d.d. 5 augustus 1982 ing. art. 48 R.v.O.)
De heren Paquaij en Dreef
1Heeft het college al contact gehad over de ontstane situatie
met de firma Hoechstzo niet, is zij bereid contact met Hoechst
op te nemen om te onderzoeken om hoeveel arbeidsplaatsen het
gaat en wat de verwachtingen t.a.v. het aantal arbeidsplaatsen
voor de toekomst zijn?
2. Heeft de raad voor de werkgelegenheid zich al met de problemen
bij Hoechst bezig gehouden?
ANTWOORD
Ad 1
Ons college heeft via de portefeuillehouder economische zaken con
tact gehad met de directie van Hoechst Breda. Volgens mededeling
van de directie is het aantal arbeidsplaatsen via natuurlijk ver
loop, overplaatsing e.d. sinds september 1981 afgenomen met 70
(van 450 in september 1981 naar 380 in augustus 1982).
Het re-organisatieplan voorziet in een nog verdere vermindering van
het aantal arbeidsplaatsen met 130. Deze vermindering dient ge
realiseerd te zijn aanvang 1985. Het re-organisatieplan is besproke
in de Ondernemingsraad van Hoechst en door die raad van advies
voorzien. Het ligt in de bedoeling dat er tot eind 1983 géén ge
dwongen ontslagen zullen vallen.
Om het aantal arbeidsplaatsen van 250 per aanvang 1985 gereali
seerd te krijgen, zijn in 1984 wellicht gedwongen ontslagen onver
mijdelijk; een en ander is afhankelijk van het verdere natuurlijk
verloop, overplaatsing e.d.
Met een afgeslankt bedrijf, zoals hierboven nader aangegeven, kan
aldus de directie van Hoechst, de toekomst positief tegemoet ge
zien worden.