-7- bijl. nr. 356 3. Is het college met ons van mening dat het onbehoorlijk is tegenover de instelling en dat het uitblijven van de beslissing de facto tot gevolg heeft dat de functie zo als deze door het M.A.I.C. wordt vervuld verdwijnt, ter wijl de afspraak is dat betrokken partijen waaronder het M.A.I.C. in onderling overleg en in overleg met de gemeente werken aan een toekomstige structurele oplossing? 4. Is het college met ons van mening dat zolang geen bestuur lijke besluitvorming van gemeentewege heeft plaatsgevonden continuering van de functie middels subsidiëring moet wor den gegarandeerd en zo ja, is het college bereid hieraan gestalte te geven? ANTWOORD Ad 1 Naar ons oordeel is het zo, dat nadrukkelijk bekend is bij all betrokkenen dat het M.A.I.C. voor een nauw omschreven periode (in eerste instantie voor slechts 2 jaar, later verlengd met één jaar) gemeentelijke subsidie is toegezegd. Dat het M.A.I.C voordien met dreigend ontslag van het personeel is geconfron teerd kan niet aan de gemeente worden geweten, omdat voordien nooit gesubsidieerd is geworden. In deze situatie is naar ons oordeel geen sprake van dreigend ontslag, doch sprake van afloop van een arbeidsovereenkomst, d voor een bepaalde termijn mogelijk was op grond van een nauw omschreven subsidiebedrag. Het is daarbij juist dat de raad nog geen besluit over de ge wenste advies- en informatievoorziening in Breda heeft kunnen nemen. Zoals eerder toegelicht, wordt door ons college druk uitgeoefend op alle betrokkenen om toch alsnog te trachten met een voldoende gedragen advies te komen. Ad 2. Gelet op de duidelijke raadsbesluiten, alsmede gelet op de bestuurlijke prioriteiten, die juist in deze periode van heroverweging en bezuiniging moeten worden aangegeven en die ons college in het h.u.g.-rapport 1e fase ook heeft aange geven, is ambtelijk noch bestuurlijk een andere informatie verstrekt of suggestie gewekt dan dat per 31 december 1982 de tijdelijke, eenmalige subsidiëring afloopt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1577