"bij bijl. nr. 362
A - 3 -
c. Indien aannemelijk is, dat de hoeveelheid geloosd water
ten minste 3.000 m3 of ten minste 20$ lager is dan de som
der hoeveelheden ingekocht en/of op andere wijze verkregen
water, wordt laatstgenoemde som verminderd met de hoeveel
heid van het verschil, doch tot niet minder dan 1.000 m3
d. Op verzoek en voor rekening van belastingplichtige wordt
de hoeveelheid geloosd- water gemeten middels (een) door of
vanwege de gemeente te plaatsen meter(s), in welk geval
het rioolrecht B wordt geheven naar de aldus gemeten hoe
veelheid, tenzij kan worden aangetoond dat in belangrijke
mate door miswijzing of anderszins de meter(s) niet de
juiste hoeveelheid afgevoerd water aangeeft (aangeven)
In dat geval wordt de hoeveelheid afgevoerd water geschat.
e. Bij een belangrijk verschil tussen de ingekochte en de op
het gemeenteriool geloosde hoeveelheid water kan een
accountantsverklaring verlangd worden betreffende de in
het laatst aangevangen verbruiksjaarvoorafgaande aan het
belastingjaar, in produkten verwerkte hoeveelheden water.
f. Indien in bedoeld verbruiksjaar niet gedurende een vol ver-
bruiksjaar water is afgenomen, wordt voor de heffing van
het rioolrecht B de werkelijk afgenomen hoeveelheid
vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller twaalf
bedraagt en de noemer gelijk is aan het aantal maanden of
gedeelten daarvan, waarin het water is afgenomen.
Bedrag der belasting
Artikel 6
1. Het rioolrecht A bedraagt, bij een afname als in artikel 5
bedoeld van:
0 tot en met 200 m3 water f 5,per maand;
201 tot en met 600 m3 water f 7,per maand;
601 tot 1.000 m3 water f 9,per maand.
2. Het rioolrecht B bedraagt f 0,09 per m3 geloosd water als
bedoeld in artikel 5, met een minimum van f 120,Voor de
berekening van het bedrag der belasting wordt de totale
hoeveelheid geloosd water naar beneden afgerond op een
veelvoud van 100 m3
Wijze van heffing
Artikel 7
1De heffing van het rioolrecht A geschiedt bij wijze van
nota
2. De heffing van het rioolrecht B geschiedt bij wijze van
aanslag