bij bijl. nr. .362
D - 22 -
HOOFDSTUK III
VRIJSTELLINGEN
Artikel 42
Van de verplichting tot het betalen van de in deze verordening
genoemde leges, met uitzondering van de in artikel 16 bedoelde
leges wegens inlichtingen uit het geautomatiseerde bevolkings
register en de in de artikelen 29 en 30 bedoelde leges voor
bouwvergunningen, zijn, voor zover daarin niet reeds op andere
plaatsen van deze verordening is voorzien, vrijgesteld:
a. openbare besturen, ambtenaren of openbare instellingen voor
de diensten door hen in het openbaar belang verzocht, met
uitzondering van notarissen ten aanzien van de in artikel 36
van deze verordening bedoelde verklaringen;
b. verenigingen of instellingen, die armenzorg of het uitoefe
nen van liefdadigheid ten doel hebben, evenwel met uitzon
dering van de in artikel 14 genoemde leges;
c. onvermogendenmits deze van hun onvermogen doen blijken
door een verklaring van het bestuur hunner woonplaats en
uitsluitend ten aanzien van stukken in hun persoonlijk
belang benodigd.
Artikel 43
Zakelijke vrijstellingen
De in deze verordening genoemde leges worden voor zover daarin
niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien,
niet geheven voor:
a. het afgeven van bewijzen van onvermogen;
b. het afgeven van attestatiën de vita tot ontvangst van pensi
oen ten laste van de staat, provincie, gemeenten, water
schappen, veenschappen en veenpolders;
c. het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaar
schriften ter zake van plaatselijke belastingen;
d. de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of
afschriften daarvan houdende beslissing op een verzoek om
subsidie uit de gemeentekas;
e. het afgeven van ontheffingen en vergunningen, als bedoeld in
de artikelen 11, 125, 133 en 134 van de algemene politiever
ordening
f. het afgeven van beschikkingen en verklaringen, alsmede van
afschriften daarvan, betrekking hebbende op een indiensttre
ding of een dienstverband bij de gemeente.