bij bijlage nr. 42
Lid 2 luidt:
Indien de gewezen ambtenaar de verplichtingen, genoemd in
lid 1 niet of niet volledig nakomt, kunnen burgemeester en
wethouders bepalen dat de uitkering, zolang zulks niet het
geval is, niet of slechts gedeeltelijk wordt uitbetaald.
Artikel 14
Vernummeren tot artikel 15.
Een nieuw artikel 14 toevoegen luidend als volgt.
Artikel 14
Ten aanzien van degene, aan wie krachtens deze verordening een
uitkering is toegekend ter zake van ontslag voor inwerkingtre
ding van deze wijziging en op dat tijdstip inkomsten geniet
als bedoeld in artikel 5, blijft het bepaalde in de artikelen
5 en 6 lid 2, zoals deze artikelen luidden voor genoemd tijdstip
van toepassing, zolang hij zonder onderbreking zodanige inkom
sten geniet.
II. De uitkeringsverordening te wijzigen als volgt.
Artikel 2
Lid 2 luidt:
Onder diensttijd bedoeld in lid 1 wordt mede verstaan de tijd
doorgebracht in de betrekking waaruit het ontslag, bedoeld in
artikel 1, is verleend, indien die tijd op grond van artikel
B 7 van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet geen diensttijd
is in de zin van evengenoemde wet.
Artikel 8 luidt:
1. Wanneer de belanghebbende, bedoeld in artikel 4, lid 1, in
komsten verkrijgt uit of in verband met arbeid, waaronder
mede wordt verstaan een uitkering krachtens de Algemene Ar
beidsongeschiktheidswet, of bedrijf, ter hand genomen op
of na de dag waarop hem het ontslag is verleend dan wel schrif
telijk mededeling is gedaan van het voornemen hem ontslag
te verlenen, wordt op de in artikel 4 bedoelde uitkering
een vermindering toegepast.
Deze vermindering bedraagt:
a. indien de inkomsten worden verkregen uit hoofde van een
betrekking waarin belanghebbende ambtenaar in de zin van
de Algemene Burgerlijke Pensioenwet is of, ongeacht artikel
B 7 van evengenoemde wet, zou zijn het bedrag waarmede
inkomsten en uitkering samen de bezoldiging te boven gaan;
b. indien de inkomsten worden verkregen uit andere hoofde:
het bedrag waarmede inkomsten en uitkering samen 110%
van de bezoldiging te boven gaan;
c. indien de inkomsten, bedoeld onder a en b, gelijktijdig
worden verkregen;
het bedrag waarmede de onder a bedoelde inkomsten en uit
kering samen de bezoldiging te boven gaan;
vervolgens worden de onder a en b bedoelde inkomsten bij
de eventueel verminderde uitkering opgeteld en wordt een
tweede vermindering bepaald op het bedrag waarmede de
som van 110% van de bezoldiging te boven gaat.
- 2 -