bij bijlage nr. 42 III. De wachtgeldverordening te wijzigen als volgt: Artikel 12 luidt: 1. Wanneer de wachtgelder inkomsten verkrijgt uit of in verband met arbeid, waaronder mede wordt verstaan een uitkering krach tens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, of bedrijf, ter hand genomen op of na de dag waarop hem het ontslag is ver leend dan wel schriftelijk mededeling is gedaan van het voor nemen hem ontslag te verlenen, wordt op het wachtgeld een vermindering toegepast. Deze vermindering bedraagt: a. indien de inkomsten worden verkregen uit hoofde van een betrekking waarin de wachtgelder ambtenaar in de zin van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet of, ongeacht artikel B 7 van evengenoemde wet, zou zijn: het bedrag waarmede de inkomsten en wachtgeld samen de bezoldiging te boven gaan; b. indien de inkomsten worden verkregen uit andere hoofde: het bedrag waarmede inkomsten en wachtgeld samen 110% van de bezoldiging te boven gaan; c. indien de inkomsten, bedoeld onder a en b, gelijktijdig worden verkregen: het bedrag waarmede de onder a bedoelde inkomsten en wachtgeld samen de bezoldiging te boven gaan; vervolgens worden de onder a en b bedoelde inkomsten bij het eventueel verminderde wachtgeldopgeteld en wordt een tweede vermindering bepaald op het bedrag waarmede de verhoogde som 110% van de bezoldiging te boven gaat. 2. Lid 1 vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van inkom sten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand geno men gedurende vakantie, verlof of non-activiteit, onmiddel lijk voorafgaande aan het ontslag ter zake waarvan het wacht geld is toegekend. 3. Wanneer de wachtgelder op of na de dag, bedoeld in lid 1, inkomen of hogere inkomsten verkrijgt uit arbeid of bedrijf, ter hand genomen vóór evenbedoelde dag, is ten aartzien van die inkomsten of hogere inkomsten het bepaalde in lid 1 van overeenkomstige toepassing. De hierbedoelde vermindering vindt echter niet plaats, indien de inkomsten of hogere inkomsten het gevolg zijn van algemene loonsverhogingen of indien de wachtgelder aannemelijk maakt dat die inkomsten niet het gevolg zijn van verhoogde werkzaam heid of van andere oorzaken, verband houdende met het ontslag 4. Onder inkomsten bedoeld in de voorgaande leden wordt niet verstaan a. de compensatie voor de premie ingevolge de Algemene Ouder domswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet, welke in die inkomsten is of geacht kan worden te zijn begrepen, tenzij het wachtgeld is verleend uit een betrekking, be doeld in artikel 2, lid 2; b. inkomsten, verkregen wegens overwerk of als gratificatie. 5. Indien inkomsten worden verkregen uit hoofde van een vrij willige verbintenis bij instituten als de nationale reserve, de reserve-, rijks- en gemeentepolitie en de bescherming bevolking, kan worden bepaald dat op die inkomsten de ver mindering geheel of gedeeltelijk tot wederopzegging achter wege blijft. 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 169