Onjuist is de stelling, dat in het vigerend bestemmings
plan gesproken wordt over "agrarische c.q. bijzondere
agrarische doeleinden" voor het onderhavige terrein.
De huidige bestemming is "sportterreinen".
Het is juist, dat het provinciaal spreidingsplan melding
maakt van maximaal 25 standplaatsen op Driekoningenoord.
In het gevoerde overleg met de minister van C.R.M., die
uitging van een totale afbouw van het huidige centrum,
is overeengekomen om maximaal 10 standplaatsen te hand
haven, die met name bedoeld zijn voor degene, die be
drijfsactiviteiten ontplooien.
Wij zijn het niet eens met de opmerking, dat er gevaar
bestaat voor nog verdere planologische aantasting van het
specifieke karakter van het Ruitersbos indien eenmaal in
een woonwagenlocatie is voorzien.
Wij hebben in het voorgaande uiteengezet waarom wij een
woonwagenlocatie in Ruitersbos op de aangeduide plaats
verantwoord vinden.
Elke planologische wijziging kan alleen maar geëffectueerd
worden na een wijziging van het bestemmingsplan, in het
kader waarvan de nodige waarborgen zijn ingebouwd.
2. Aspecten m.b.t. gehanteerde criteria.
a. Bezwaren.
- De locatie voor de woonwagenstandplaatsen voldoet niet
aan de door de "overheid" gestelde criteria. Er zijn
binnen de "normafstand" geen scholen, kerken, winkels
en buurthuizen en bovendien is er geen geregeld openbaar
vervoer
- De locatie ligt geïsoleerd buiten de bestaande woongebie
den
- Bij de locatie Ruitersbos kan niet worden gesproken van
spreiding (de locatie aan de Jacob Catssingel ligt slechts
1800 m. verwijderd). De afstanden tussen de andere loca
ties onderling zijn veel groter.
- De 13 criteria werden kennelijk door de commissie van
voorbereiding positief beoordeeld. Acht van deze criteria
vallen echter zo negatief uit, dat op grond daarvan de
keuze onjuist mag worden genoemd.
- Objectieve en subjectieve criteria zijn opgeteld en door
het aantal criteria gedeeld, zoals het gemiddelde van
een schoolrapport wordt berekend. Hier worden ongelijk
waardige grootheden opgeteld (appels en peren kunnen niet
worden opgeteld!).
- In de rapportage woonwagenlocaties wordt gezegd, dat de
overgang woonbebouwing-standplaatsen soepel moet zijn.
Elders wordt er weer van gesproken, dat door aangepaste
beplanting het landelijk uitzicht behouden zal blijven.
Dat is tegenstrijdig!
- Het afwijzen van 39 van de 45 locaties is door een
groepje ambtenaren op soms zeer aanvechtbare gronden ge
beurd. Hoe kan de locatie in Ruitersbos anders verhuizen
van de 20e naar de 6e plaats?
-23-
