Er blijven echter problemen aan kleven:
zo heeft het ene criterium een groter gewicht voor de
geschiktheid dan het andere, sommige criteria spelen
alleen een negatieve rol (b.v. barrières), sommige zijn
gemakkelijker te objectiveren dan andere.
Aan de hand van voorbeelden, waarbij consensus is over
de geschiktheid zijn de criteria van "gewicht" voorzien.
Dit betekent dat niet ieder kriterium hetzelfde aantal
punten kan opleveren. Sommige criteria zijn slechts op
één manier te interpreterenzoals b.v. die waarbij af
standen gemeten worden.
Andere zijn moeilijker te objectiveren, zoals het
criterium sociale inpasbaarheid. Getracht is daarvan een
omschrijving te geven om controle mogelijk te maken.
De opmerking, dat in de ambtelijke rapportage enerzijds
wordt gesteld, dat de overgang tussen woonbebouwing en
woonwagens soepel moet zijn, en anderzijds dat door
aangepaste beplanting het landelijk uitzicht behouden zal
blijven, lijkt tegenstrijdig.
De eis van een soepele overgang tussen woonbebouwing en
woonwagens komt voort uit de sociale criteria, terwijl de
aangepaste beplanting een planologisch gegeven is.
Het een hoeft het ander echter niet uit te sluiten.
De locatie Ruitersbos is niet van de 20e naar de 6e plaats
verhuisd. Er is nooit een rangorde naar geschiktheid van
locaties gehanteerd.
Het woonwagenschap Breda heeft afgesproken dat alle deel-
nemenden gemeenten naar gelang het aantal inwoners, een
aantal standplaatsen zal realiseren. Net als in Breda
stuit het realiseren van standplaatsen in de andere ge
meenten op bezwaren, waardoor het proces moeizaam verloopt.
De gemeente Breda heeft zich net als de andere gemeenten
te houden aan het inrichten van het afgesproken aantal
standplaatsen
In het verleden mochten woonwagenbewoners in de gemeente
gaan staan waar ze wilden. Zij kozen meestal plaatsen
dicht bij het werk of in het centrum van de gemeente.
Vanaf 1918 was iedere gemeente verplicht een plaats aan
te wijzen voor woonwagens. De woonwagenbewoners stonden
zelden met een groot aantal bij elkaar, ook al omdat dit
ongunstig was voor de beroepsuitoefening.
Tijdens het concentratiebeleid in de zestiger-jaren zijn
de woonwagenbewoners gedwongen om op grote kampen te gaan
staan. Dit had niet met een cultuurpatroon te maken en
heeft juist dikwijls tot onderlinge spanning geleid.
Het heeft wel het isolement tussen hen en de huizenbewoners
vergroot
Door de woonvorm wagen in de huizenbebouwing op te nemen
wordt het geografische isolement van deze categorie opge
heven