3. In artikel 3 wordt gesproken over het verbod de grond te gebruiken als standplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel ter plaatse. Het begrip handel is niet gedefinieerd, wel het begrip detailhandel. De voorschriften zijn in zoverre tegenstrijdig; 4. In artikel 3 wordt als verboden aangemerkt opslag c.a. van onbruikbare e.a. voorwerpen, stoffen of produkten. Er be staat bezwaar tegen dat de opslag van wel bruikbare voor werpen e.a. wel zou zijn toegestaan; 5. In artikel 3 wordt vrijsteling mogelijk gemaakt van het bepaalde in lid 4 met betrekking tot het gebruik. Aange zien het algemeen bekend is dat woonwagenbewoners sloop- activiteiten ontplooien lijkt de vrijsteling een gegeven: hierdoor zullen de schadelijke gevolgen van het woonwagen centrum nog veel aanzienlijker zijn dan ze al zijn zon der sloopactiviteiten 6. Artikel 4 geeft vrijstellingsbevoegdheden voor afwijkingen van bouwvoorschriften. Reclamanten zien deze vrijstel lingsbevoegdheid gaarne gekoppeld aan een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten. C b. Reactie Het gebruik van het woord "tovervrijstelling" is in het commentaar op het PPC-advies gebruikt en doet niets af aan de duidelijkheid van de voorschriften. Overigens wordt met de tovervrijstelling een algemene - doch tot het gebruik van de grond conform de bestemming beperkt - vrijstellingsbevoegd heid bedoeld voor het gebruik van gronden'en opstallen. Bedrijfsuitoefening is dan ook uitgesloten omdat de bestem mingsomschrijving daarin niet voorziet. De oppervlakte benodigd voor de aanleg van de standplaats is relatief gering ten opzichte van de totale nog beschikbare oppervlakte voor recreatieve doeleinden. Het parkeerterrein is bedoeld voor de ter plaatse geconsta teerde algehele parkeerbehoefte (school, manege e.d.). De bijlage waarop de voorzieningen zijn aangegeven is slechts ter toelichting gebezigd en geeft een voldoende beeld van de aanwezige voorzieningen. Op de kaart komt inderdaad Schrauwen- hof niet voor, omdat is uitgegaan van het bestemmingsplan Ruitersbos 72. Het gebied Schrauwenhof was eveneens een par tiële herziening op dit plan. Met bijlage A is bedoeld de exploitatie-opzet. Ten tijde van de eerste dagen van de tervisielegging was het overleg met de directie volkshuisvesting en de provincie nog niet afgerond. Het resultaat van dit overleg wees uit dat van economische haalbaarheid kan worden gesproken; wanneer van een totaal van 50 standplaatsen over de diverse locaties wordt uitgegaan. In de toelichting is voldoende aangegeven aan welke criteria een locatie dient te voldoen. De vraag is slechts relevant of deze locatie daaraan voldoet hetgeen naar onze mening voldoende het geval is. De verschillen in op de kaart aange geven afmetingen zijn opgeheven. -36-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1749