-38-
Het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een
hoogte van 3 meter heeft uiteraard alleen betrekking op die
bouwwerken die met het wonen in een woonwagen verband hou
den. Alle andere bouwwerken zijn op grond van de bestemming
verboden
De begripsbepaling in artikel 1 is vervallen, zodat de ver
meende strijdigheid met het begrip detailhandel in artikel 3
is opgeheven.
Er bestaat de vrees dat er sprake van zou kunnen zijndat er
een onordelijk beeld gaat ontstaan door opslag van voorwer
pen welke verder gaat dan met "het wonen" verband houdende.
In dat geval is er naar onze mening sprake van handel- en/of
bedrijfsactiviteiten die strijdig zijn met de aan de grond
gegeven bestemming en waartegen op grond van de gebruiksbe-
palingen kan worden opgetreden. De normale met "het wonen"
verband houdende opslag van voorwerpen - zoals zulks bij elke
woning het geval is - is uiteraard ook bij deze woonvorm toe
gestaan. Aangezien de oppervlakte van de standplaats is afge
stemd op een woonwagen met de direct daarbij bijbehorende
voorzieningen is deze zodanig beperkt dat ook eventuele
opslag beperkt zal zijn.
Zo er sprake is van opslag buiten de standplaats is de
algemene politieverordening van toepassing.
In artikel 3 lid II worden voorschriften gegeven omtrent
ander gebruik van de grond dan bouwen, terwijl onder lid II
sub 5 een vrijstellingsbepaling is opgenomen hetgeen volgens
constante jurisprudentie door de Kroon wordt vereist. Bij
weglating van deze vrijstellingsbevoegdheid is er een
gerede kans - zoals ook regelmatig bij toetsing,door de Kroon
is gebleken - dat goedkeuring aan de gebruiksbepalingen wordt
onthouden en de gemeente daarmee het instrument is ontnomen
om tegen ongewenste gebruiksvormen op te treden. Aangezien
deze vrijstellingsbepaling niet verder mag strekken dan met
het wonen verband houdend gebruik en daaraan nog een beroeps
procedure voor belanghebbenden is verbonden, kan toepassing
van deze bevoegdheid naar onze mening nimmer leiden tot onge
wenste gebruiksvormen.
De vrijstelling voor afwijking van bouwvoorschriften zoals in
artikel 4 geregeld betreft zodanig geringe afwijkingen en
zijn daarenboven ook dermate in maat objectief begrensd dat
daarmee geen bebouwing mogelijk wordt gemaakt welke niet in
dit plan is bedoeld. Een verklaring van geen bezwaar van
gedeputeerde staten is bedoeld voor afwijkingen e.d. van
verder strekkende aard, zodat zulk een verklaring hierop geen
betrekking kan hebben.
9. Procedurele aspecten
a. Bezwaren
- De locatie is niet door de woonwagenbewoner zelf gekozen,
maar door de gemeente (ondemocratisch) opgelegd