b. Reactie
De realisering van de woonwagenlocatie zal geen invloed
hebben op de grondwaterstand. Het betreft hier overigens,
zoals hiervoor meer is betoogd, een terrein met een betrek
kelijk kleine oppervlakte.
Aan de realisering van een woonwagenlocatie in een bepaald
stadsdeel is niet de eis van werkgelegenheid verbonden. Het
ministerie van C.R.M. heeft een nota werkgelegenheidsbeleid
voor woonwagenbewoners in voorbereiding.
Het moge duidelijk zijn, dat aan de aspecten waarnaar in de
genoemde koninklijke besluiten wordt verwezen, in het voor
gaande meer dan ruim aandacht is besteed.
Conclusie
Op grond van onze hierboven weergegeven reactie stellen wij U
voor de ingekomen bezwaren ongegrond te verklaren en vast te
stellen het bestemmingslan woonwagenstandplaatsen Ruitersbos-
4 laan (ged. herziening 1981/1 van het bestemmingsplan Ruiters
bos 1972).
III. Economische uitvoerbaarheid
In het kader van het voorgenomen spreidingsbeleid is van de
zijde van het Rijk een regeling in het leven geroepen, waar
bij tot op bepaalde hoogte tegemoet wordt gekomen in de grond
en inrichtingskosten.
Deze regeling houdt in dat kosten tot maximaal 25% boven het
gestelde normbedrag aan grondkosten (f 17.900,per kavel)
voor woningwetwoningen gesubsidieerd kunnen worden.
In de oorspronkelijke opzet van de 6 locaties was praktisch
overeenstemming bereikt met de H.I.D., via wiens tussenkomst
de subsidieverzoeken moeten worden ingediend.
Uit het overleg met de H.I.D. is ons evenwel gebleken, dat
zeer stringent wordt gekeken naar de inbrengwaarde van de
grond en strak de hand wordt gehouden aan een scherpe prijs
zetting en sobere uitvoering van de inrichting van de onder
scheidene terreinen.
Knelpunten bij het overleg waren de locaties Klaas Persoon
straat en Emerweg; deze "dure locaties" werden echter geaccep
teerd door de H.I.D. door de compensatie van de 4 goedkope
locaties
In dit voorstel zijn twee goedkopere locaties echter niet aan
de orde.
Uit het thans voorgestelde vloeien de volgende financiële
gegevens voort:
-41-