bijl.nr. 397
Ad 3.
Gelet op het antwoord op vraag 2 achten wij ons ontslagen van
het leggen van het gevraagde contact.
Ad 4.
Gelet op het antwoord op vraag 2 achten wij een dergelijk
overleg niet nodig.
VRAAG (gesteld d.d. 2 maart 1982 ing. art. 48 R.v.O.)
Mevrouw V. Muntjewerff-vdHul en de heer M.L. Paquaij
Is het college bereid om ervoor zorg te dragen dat een zo groot
mogelijke verkeersveiligheid ontstaat voor de rijwielpaden
's winters sneeuwvrij te maken door het gebruik van bv. sneeuw
schuivers?
ANTWOORD
Inderdaad kan niet worden gesteld dat middels de maatregelen
zoals weergegeven in ons antwoord van 8 februari 1982 nr.
St/7/8200427 op Uw vraag ex artikel 48 R.v.O. van 12 januari
1982, daarmee rijwielpaden geheel sneeuwvrij kunnen worden ge
maakt
Een dunne laag sneeuw blijft daarbij, ondanks het gebruik van
sneeuwschuivers, altijd achter. Ook dan heeft strooien door de
geringe verkeersintensiteit en de lagere wieldruk van fietsen,
door welks samenspel de menging van sneeuw en strooisel
ontstaat, in de regel minder dooi-resultaat dan op de autoweg.
Sedert een tweetal jaren zijn in den lande proeven genomen met
vóór het strooi-voertuig aangebrachte borstels. Onder
de voorwaarde dat dit borstelen geschiedt bij vers gevallen
sneeuw en gelijktijdig wordt gestrooid, zijn de resultaten
daarbij beter dan bij enige andere methode.
- 2 -