aan de raad der
gemeente Breda
BK/8/8212821
19-10-1982
Bijlage nr. 409
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot vaststelling van
de Verordening openbaarheid van
bestuur Breda.
Inleiding
Met ingang van 1 mei 1980 zijn de Wet openbaarheid van bestuur
(WOB) en het Besluit openbaarheid van bestuur (BOB) in werking
getreden
Ingevolge artikel 1, vierde lid, sub b., van de WOB zijn de be
stuursorganen van de gemeente bevoegd om nadere regels over de
openbaarheid van bestuur vast te stellen.
Verordening voor Breda?
Onze ervaringen tot nu toe met deze wettelijke regels leiden
tot de conclusie, dat het aantal verzoeken om informatie als ge
volg daarvan niet nadrukkelijk is toegenomen. Voor een belang
rijk gedeelte is dit te verklaren vanuit de vóór de inwer
kingtreding van deze wet in deze gemeente reeds gegroeide prak
tijk op het gebied van de informatieverstrekking.
Niettemin zijn wij van mening, dat het aanbeveling verdient om
voor onze gemeente een verordening op de openbaarheid van be
stuur in het leven te roepen. Het bestaan van een dergelijke
plaatselijke verordening geeft de mogelijkheid om aan de open
baarheid van bestuur een min of meer eigen betekenis toe te
kennen en wel in aanvulling op en verdere uitwerking van de WOB
en het BOB.
Deze betekenis komt vooral tot uitdrukking in het vastleggen
van de behandelingsprocedure met betrekking tot een verzoek om
informatie en de aanvullende regelgeving inzake de actieve open
baarheid
Het positieve van een dergelijke verordening is bovendien, dat
door middel daarvan aan de plaatselijke bevolking een samenhan
gend overzicht op hoofdpunten kan worden geboden van de bedoe
lingen van de wetgever en de toepassing van de door deze vast
gestelde voorschriften.
Daarenboven zal deze verordening een nuttige functie vervullen
bij de toepassing van deze voorschriften binnen het totale amb
telijke apparaat van de gemeente.