In een mandaatsverhouding past het ondertekenen namens het
gemeentelijke bestuursorgaan, dat voor de betreffende beslis
sing verantwoordelijk is. Volgens deze instructie is iedere
ambtenaar gehouden om op verzoek informatie te verschaffen
over alle onderwerpen die tot zijn taak gerekend kunnen wor
den. De ambtenaar dient daarom bekend te zijn met de hoofd
lijnen van de VOB-Breda, voor zover die betrekking hebben
op de passieve openbaarheid (hoofdstukken I en II van de
VOB-Breda)Als hulpmiddel daarbij zal gebruik kunnen worden
gemaakt van een behandelingsschema. In dit schema is de be
handeling van een verzoek om informatie stapsgewijs aangegeven.
PERSCONTACTEN
Hoewel dit niet rechtstreeks voortvloeit uit de uitvoering
van de WOB achten wij deze toelichting een juiste plaats
om de door ons vastgestelde richtlijnen van perscontacten
nog eens aan te halen. De richtlijnen zijn in twee catego
rieën te onderscheiden.
a. Richtlijnen voor contacten met de pers
Hierover zijn in de brief van 21 juni 1979, Vl/12782,
de volgende richtlijnen uitgegeven.
1. Met betrekking tot informatie over gemeentelijke be
stuurstaken is ons college bestuurlijk verantwoorde
lijk voor het leggen en onderhouden van contacten
met vertegenwoordigers van de nieuws-media (krant,
radio, tv. e.a.
2. In principe is iedere ambtenaar zelf verantwoordelijk
voor wat hij in zijn contacten met de pers naar buiten
brengt. Hij zal zelf de vraag moeten beantwoorden
of hij - zowel op eigen initiatief als na een verzoek
daartoe - (nadere) informatie zal verstrekken én of
hij daarover eerst overleg zal plegen met zijn hoofd
van dienst en/of met de verantwoordelijke bestuur
der (s)
3. Bij de beantwoording van deze vraag zal de ambtenaar
zich moeten realiseren:
a. dat hij die openheid in praktijk brengt, die het
gemeentebestuur verschuldigd is aan alle burgers
van Breda in het kader van hun algemeen geldend
recht op informatie;
b. dat hij werkt in een organisatie, waarin de ver
antwoordingsplicht naar buiten een aantal typische
kenmerken bevat. Zoals van elke werknemer mag ook
van de ambtenaar worden verwacht dat hij daarmee
rekening houdt en zich dus loyaal opstelt ten op
zichte van zijn werkverband. Zijn uitlatingen kun
nen slechts beoordeeld worden aan de hand van hun
invloed op het functioneren van de organisatie.