bijlage nr. 419 Wij hebben de nota kinderopvang deel III geschreven in goed overleg met de overleggroep kinderopvang, waarin zitting hebben: beroepskrachten uit de kinderdagverblijven en het E.A.J.-project kinderopvang, leden van oudercomités van kinderdagverblijven en vertegenwoordigtsters van een aantal belangengroepen in Breda, namelijk alleenstaande ouders, vrouwenbeweging en buitenlandse ouders. In een later stadium zijn ook vertegenwoordigsters van initiatiefgroepen ter oprichting van een nieuw kinder dagverblijf en van de federatie peuterspeelzalen tot de overleggroep kinderopvang toegetreden. In de eerste helft van mei 1982 hebben wij in Breda 6 inspraak avonden gehouden: een stedelijke avond voor instellingen en 5 avonden in verschillende buurten van Breda: Brabantpark, Doorn bos, IJpelaar, Heuvel en Haagse Beemden. In het kader van de inspraakronde hebben wij tevens enquête-formulieren verspreid, 6 instellingen hebben schriftelijk gereageerd op de nota kinder opvang (werkgroep Vrouw-en-Werk, Wijkraad Breda-Oost, Federatie Peuterspeelzalen, Katholieke Stichting Jeugd-en-Gezin Stichting voor Jeugd en Gezin, Stichting Lentehof). Op grond van hetgeen in de inspraakronde naar voren is gebracht, hebben wij de nota kinderopvang aangevuld met de volgende punten: 1het wijksgewijs realiseren van voorzieningen voor kinderop vang moet afgestemd worden op het bestaande voorzieningenaan bod en de specifieke behoeften van de wijk. Bij de prioriteitsafweging voor wijken zal ook het criterium "aanwe zigheid van een initiatiefgroep" betrokken worden, echter met dien verstande dat wij niet alleen uitgaan van een manifeste behoefte, maar ook een stimuleringsbeleid voeren in die wijken met een algemene achterstand aan voor zieningen en kansen om van die voorzieningen gebruik te ma ken; 2. bij de afweging tussen uitbreiding van bestaand werk in kinderdagverblijven en realisering van nieuwe kinderdagver blijven, staat het principe wijksgewijze realisering van kinderopvang voorop. Wij verwachten dat de wachtlijstdruk op de huidige kinderdagverblijven Hummeloord en Lentehof zal afnemen, als er meer kinderdagverblijven komen. Hummeloord en Lentehof, die nu noodgedwongen een stedelijke functie hebben, zullen dan meer wijkgericht kunnen werken; 3. aan de samenhang in het beleid tussen peuterspeelzalen en kinderdagverblijven hebben wij een aparte paragraaf gewijd. Wij zijn van oordeel dat deze vormen van kinderopvang aanvul lend op elkaar dienen te werken. Per wijk zullen samenwerkingsafspraken gemaakt moeten worden op het gebied van openingstijden, aanname kinderen, doorverwijzing en mini male bezoekfrequentie. Wij streven naar een meer eenvormig tarievenbeleid voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, waarbij de ouderbijdrage voor peuterspeelzalen naar rato van het gezinsinkomen geheven wordt (zoals ook in de kinderdag verblijven gebeurt). - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1945