bijl. nr. 425 II. De totstandkoming van de keuze voor de zes locaties. De totstandkoming van de keuze voor locaties aan de Claas Per soonsstraat, Emerweg, RijnauwenstraatRuitersboslaanJacob Catssingel en Weilustlaan, is voorbereid door een ambtelijke werkgroep. Allereerst zijn gebieden of zones aangewezen, waarin nog een bepaalde ruimtelijke marge aanwezig was om standplaatsen voor woonwagens te kunnen realiseren (hoofdstuk III. Rapportage woonwagenlocaties*) Vervolgens zijn in die zones terreinen beoordeeld op een aan tal ruimtelijke criteria, zoals gebruikswaarde, belevingswaar de, landschappelijke waarde, toekomstige ontwikkelingen, in pasbaarheid, verkeerssituatie, hinder e.d. Ook heeft een toetsing plaatsgevonden aan criteria ontleend aan het woonwagenbeleiddat gedeeltelijk door de rijksoverheid is bepaald, zoals afstand naar voorzieningen, visuele afstand naar de woonbebouwing, barrières, sociale inpassing en de opbouw van de wijk of buurt. Ook de plaatsen, die door woonwagenbewoners zelf zijn aangege ven, zijn op deze manier getoetst. Het grootste gedeelte van de ze laatstgenoemde locaties is echter afgevallen, omdat deze ter reinen reeds voor een ander doel uitgegeven of gereserveerd waren Het resultaat van deze beoordelingen was, dat van de 65 be sproken potentiële locaties er 16 overbleven. Daarvan scoorden er 9 zowel op de ruimtelijke criteria als op de sociale crite ria positief; 7 scoorden op een van beide criteria negatief, maar werden toch nog als voldoende gekwalificeerd om minstens in nadere overweging te kunnen worden genomen bij de uiteinde lijke keuze, mede in verband met de gewenste spreiding (pag. 16/17 Rapportage woonwagenlocaties). Op 6 mei 1981 zijn wij akkoord gegaan met bovengenoemde aan pak. De rapportage is vervolgens besproken in de commissie sociale zaken en ter kennis gebracht van de commissie ruimte lijke ordening. Voor de definitieve keuze was nog een verdere studie nodig met name op technische aspecten (ontsluiting van de terreinen, kabels en leidingen, veiligheidsaspecten e.d.) en financiële consequenties Op 19 mei 1981 hebben wij een principe-besluit genomen aan de hand van een nader ambtelijk advies, waarin een zestal moge lijke combinaties gegeven waren. Bij die combinaties was mede aan de hand van inrichtingsschetsen rekening gehouden met het volgende 1. financiële randvoorwaarden: voor de locaties werd een sal derend systeem toegepast, waarbij "dure" locaties gecompen seerd werden door "goedkope"; - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1976